Uitspraak
gevestigd te [vestigingsplaats],
gevestigd te [vestigingsplaats],
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
- i) [A] heeft vanaf 2005 fiscale en administratieve werkzaamheden verricht voor (de rechtsvoorgangster van) [verweerster 1] (hierna: [verweerster 1]).
- ii) Voor de werkzaamheden die [A] voor [verweerster 1] over het jaar 2005 zou verrichten, is een prijsafspraak gemaakt van € 1.100,-- excl. BTW.
- iii) In verband met de werkzaamheden die [A] over de jaren 2006 en 2007 heeft verricht, heeft [A] aan [verweerster 1] facturen toegezonden die onbetaald zijn gebleven.
- iv) Eind 2007 is [verweerster 1] als klant bij [A] vertrokken.
In een procedure als de onderhavige geldt als uitgangspunt dat een procespartij haar stellingen voldoende kenbaar en duidelijk in haar processtukken moet laten innemen door haar (hiertoe verplicht ingeschakelde) advocaat. Dit heeft tot gevolg dat een procespartij niet ermee kan volstaan zélf een stuk op te stellen en hiernaar in haar processtuk te (laten) verwijzen, met de vermelding dat de inhoud ervan geldt als herhaald en ingelast. De achtergrond van dit uitgangspunt is dat de andere partij - in het onderhavige geval [verweerster 1] - zich naar behoren moet kunnen verdedigen. Nu gesteld noch gebleken is dat in casu een uitzondering op voormeld uitgangspunt aan de orde is, geldt dit uitgangpunt ook in de onderhavige procedure. Dit heeft tot gevolg dat het hof niet zelf stellingen zal putten uit het eigen commentaar van [A] en/of de 12 bijlagen. [A] heeft in haar memorie van grieven geen voldoende duidelijke en kenbare stelling doen innemen, waarbij ter onderbouwing daarvan is verwezen naar (een bepaald deel van) haar eigen commentaar en/of een of meer van de 12 bijlagen, zodat dit stuk niet is te beschouwen als een onderbouwing van de door [A] in haar processtukken ingenomen stellingen. Hierbij kan een uitzondering worden gemaakt voor de onderdelen waar [verweerster 1] op ingegaan is, aangezien daaruit blijkt dat zij er bepaalde stellingen van [A] uit gedestilleerd heeft.
4.Beslissing
15 januari 2016.