ECLI:NL:HR:2016:867

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 mei 2016
Publicatiedatum
17 mei 2016
Zaaknummer
15/02206
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van dadelijke uitvoerbaarheid van bijzondere voorwaarden en reclasseringstoezicht in strafzaken

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 mei 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam. De verdachte, geboren in 1966, was eerder veroordeeld voor mishandeling van zijn voormalige vriendin en diefstal van haar laptop. Het Hof had bepaald dat de bijzondere voorwaarden en het reclasseringstoezicht dadelijk uitvoerbaar waren, gebaseerd op artikel 14e van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit een eerdere uitspraak en oordeelt dat het Hof niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de dadelijke uitvoerbaarheid gerechtvaardigd was. De Hoge Raad vernietigt het bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid om redenen van doelmatigheid en doet de zaak zelf af. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige motivering bij het opleggen van dadelijke uitvoerbaarheid van voorwaarden, vooral in gevallen waar de verdachte eerder voor geweldsmisdrijven is veroordeeld.

Uitspraak

17 mei 2016
Strafkamer
nr. S 15/02206
IF/AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 3 april 2015, nummer 23/003825-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft H. Bakker, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt erover dat het Hof toepassing heeft gegeven aan art. 14e, eerste lid, Sr en heeft bevolen dat de gestelde bijzondere voorwaarden en het reclasseringstoezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.
2.2.1.
Het Hof heeft het vonnis van de Rechtbank Amsterdam van 25 september 2014 bevestigd met uitzondering van de strafoplegging. De verdachte is ter zake van mishandeling van zijn voormalige vriendin [betrokkene] en diefstal van een aan haar toebehorende laptop veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en met bijzondere voorwaarden als in het arrest omschreven.
2.2.2.
De bestreden uitspraak houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, het volgende in:
- onder het opschrift "Vonnis waarvan beroep":
"Het hof is ambtshalve van oordeel dat de door de rechtbank opgelegde bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen reclasseringstoezicht dadelijk uitvoerbaar dienen te worden verklaard. Aan de in artikel 14e Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden voor toepassing van de dadelijke uitvoerbaarheid is in dit geval voldaan, aangezien de verdachte blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 26 maart 2015 eerder voor (huiselijk) geweld onherroepelijk is veroordeeld en er aanwijzingen bestaan dat hij sinds de veroordeling door de rechtbank opnieuw contact heeft gezocht met de aangeefster."
- onder het opschrift "Beslissing":
"Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf (...) niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte (...) geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat het de veroordeelde gedurende de volledige proeftijd verboden is contact te leggen of te laten leggen met [betrokkene], wonende op het adres [a-straat 1] te [woonplaats].
Stelt als bijzondere voorwaarde dat het de veroordeelde gedurende de volledige proeftijd verboden is zich te bevinden in de straat [a-straat 1] te [woonplaats].
Beveelt dat voormelde voorwaarden en het uit te oefenen reclasseringstoezicht dadelijk uitvoerbaar zijn."
2.3.
Art. 14e, eerste lid, Sr luidt:
"De rechter kan bij zijn uitspraak, ambtshalve of op vordering van het openbaar ministerie, bevelen dat de op grond van artikel 14c gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14d uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn, indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen."
2.4.
Vooropgesteld moet worden dat een rechterlijke uitspraak in de regel pas tenuitvoergelegd mag worden nadat zij onherroepelijk is geworden en dat de in art. 14e Sr voorziene uitzondering op deze regel met betrekking tot de dadelijke uitvoerbaarheid van de op grond van art. 14c Sr gestelde bijzondere voorwaarden dan wel het op grond van art. 14d Sr uit te oefenen toezicht voor de veroordeelde verstrekkende gevolgen kan hebben. Mede gelet daarop zal de rechter in de motivering van zijn bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid ervan blijk dienen te geven zich ervan te hebben vergewist dat aan de in art. 14e Sr gestelde voorwaarden is voldaan. Meer in het bijzonder zal hij in een uitspraak waarin ten laste van de verdachte een misdrijf is bewezenverklaard dat is gericht tegen of gevaar heeft veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, als zijn oordeel tot uitdrukking dienen te brengen dat en waarom ernstig rekening ermee moet worden gehouden dat de verdachte wederom zo een misdrijf zal begaan. (Vgl. HR 10 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:537, NJ 2015/236.)
2.5.
Blijkens zijn hiervoor weergegeven overweging heeft het Hof de dadelijke uitvoerbaarheid van de voorwaarden en het reclasseringstoezicht bevolen "aangezien de verdachte blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 26 maart 2015 eerder voor (huiselijk) geweld onherroepelijk is veroordeeld en er aanwijzingen bestaan dat hij sinds de veroordeling door de rechtbank opnieuw contact heeft gezocht met de aangeefster". Mede in aanmerking genomen dat het Hof niets heeft vastgesteld omtrent de wijze waarop en de omstandigheden waaronder dit contact zoeken plaatsvond heeft het Hof zijn beslissing ontoereikend gemotiveerd.
2.6.
Het middel is terecht voorgesteld. De Hoge Raad zal om redenen van doelmatigheid de zaak zelf afdoen en het bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid vernietigen.

3.Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, doch uitsluitend ten aanzien van het bevel dat de in de bestreden uitspraak vermelde bijzondere voorwaarden en het reclasseringstoezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
17 mei 2016.