3.1In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) Coface en SMN hebben op 1 december 2000 een kredietverzekeringsovereenkomst (hierna: de verzekering of de polis) gesloten. SMN werd daarbij bijgestaan door een assurantietussenpersoon.
(ii) De polis voorziet in, kort samengevat, uitkering van 85% van het factuurbedrag van verzekerde facturen waarvoor een kredietlimiet is verstrekt.
Op de verzekeringsovereenkomst zijn van toepassing de Specifieke en de algemene voorwaarden AV-NL 2008 versie I/2008 van Coface. Art. 1.1 van de algemene voorwaarden (hierna: AV) luidt:
“Wij verstrekken u verzekeringsdekking in het kader en onder de voorwaarden van deze verzekeringsovereenkomst en vergoeden de schade over uw rechtsgeldige vorderingen uit hoofde van het leveren van zaken of het verrichten van diensten, voor zover de levering of de verzending van zaken of het verrichten van diensten plaatsvindt binnen de looptijd van deze verzekeringsovereenkomst en de desbetreffende facturen binnen de uiterste factureringstermijn zijn verzonden aan uw debiteur (…).”
(iii) In art. 4 van het Overzicht van Specifieke Voorwaarden deel 2 is de in art. 1.1 AV bedoelde ‘uiterste factureringstermijn’ als volgt gedefinieerd:
“Bij leveringen van zaken 30 dagen na de levering of verzending. Bij het verrichten van diensten 30 dagen na dienstverrichting die recht op betaling oplevert.”
(iv) In februari 2011 heeft SMN als onderaannemer opdracht gekregen van [A] B.V. (hierna: [A] ) voor een werk in De Lier.
In de overeenkomst van onderaanneming is onder meer bepaald:
“Door de onderaannemer op te stellen facturen dienen te voldoen aan de volgende eisen:
(…)
Facturen worden door de aannemer uitsluitend in behandeling genomen als er een door de uitvoerder van de aannemer voor akkoord getekende opdrachtbon is bijgevoegd, waaruit blijkt dat door de aannemer is geconstateerd dat de gefactureerde prestatie is geleverd. Bij elke factuur dient verder een compleet ingevuld mandagenregister betreffende de periode waarop de factuur van toepassing is, te worden bijgevoegd.”
(v) In de onder (iv) bedoelde overeenkomst zijn de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (hierna: UAV 1989) van toepassing verklaard. Deze bepalen in paragraaf 9 (Opneming en Goedkeuring):
“1. De opneming van het werk geschiedt op schriftelijke, tot de directie gerichte aanvrage van de aannemer (…)
5. Wordt niet binnen acht dagen na de opneming een schriftelijke mededeling, of het werk al dan niet is goedgekeurd, aan de aannemer verzonden (…) wordt het werk geacht op de achtste dag na opneming te zijn goedgekeurd. (…).”
In paragraaf 10 (Oplevering):
“1. Het werk wordt als opgeleverd beschouwd indien het overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 9 is of geacht wordt te zijn goedgekeurd. (...)”
In paragraaf 40 (Betaling):
“(…) 2. Indien de aannemer volgens de overeenkomst recht heeft op betaling in termijnen, heeft met het oog op het verschijnen van een betalingstermijn opneming van het uitgevoerde gedeelte van het werk plaats.
(…)
4. Geschiedt de opneming, bedoeld in het tweede lid, niet binnen acht dagen nadat de aannemer daarom heeft verzocht, dan kan de aannemer schriftelijk een nieuwe aanvrage tot de directie richten, met verzoek binnen vier dagen tot opneming over te gaan. Voldoet de directie niet aan dit verzoek, dan wordt de opneming geacht te zijn geschied en wordt het door de aannemer in zijn verzoek opgegeven termijnbedrag uitbetaald overeenkomstig het in het zesde lid bepaalde. (…)
6.(…) indien in het bestek is bepaald, dat de betaling van een termijn eerst zal geschieden nadat de aannemer een declaratie heeft ingediend, zal de betaling plaatsvinden binnen vier weken nadat de declaratie in goede orde bij de directie is ingekomen. (…)
10. Op de betaling van bedragen buiten de aannemingssom of van bedragen buiten de termijnen van de aannemingssom is het bepaalde in het zesde lid van overeenkomstige toepassing. (…).”
(vi) SMN heeft in het kader van het project in De Lier de aangenomen werkzaamheden verricht, alsmede meerwerk; de laatste werkzaamheden zijn op 15 juni 2011 beëindigd. Tussen [A] en SMN bestond toen geen overeenstemming over de verrichte werkzaamheden en de daarvoor te betalen bedragen, onder meer in verband met de positie van de (hoofd)opdrachtgever jegens [A] . Het werk is door de gemeente (de opdrachtgever van [A] ) opgenomen op 15 augustus 2011. Eind augustus/begin september 2011 is op directieniveau tussen SMN en [A] overeenstemming bereikt en het werk van SMN akkoord bevonden door [A] .
(vii) Op 19 mei 2011 heeft SMN via het internetportal van Coface met betrekking tot [A] een kredietlimiet aangevraagd van € 935.000,--. Coface heeft de aanvraag goedgekeurd tot een limiet van € 250.000,--.
(viii) SMN deed vaker zaken met [A] . Andere facturen die zij aan [A] had gestuurd zijn op 12 september 2011 betaald. SMN heeft aan [A] facturen, gedateerd 12 september 2011, gezonden. Twee daarvan hebben betrekking op het werk in De Lier, te weten:
Nr. 11.322 € 5.000,-- (slottermijn werk De Lier)
Nr. 11.325 € 142.350,-- (diverse meerwerk en stagnatie De Lier)
[A] heeft deze facturen niet betwist, maar evenmin betaald.
(ix) Op 20 september 2011 is [A] in staat van faillissement verklaard.
(x) Coface heeft de volgende dag de dekking onder de kredietverzekering met betrekking tot debiteur [A] ingetrokken. SMN heeft diezelfde dag aan Coface melding gedaan van onder meer de twee onder (viii) genoemde facturen.
(xi) Coface heeft geweigerd deze facturen te vergoeden. Zij heeft haar afwijzing als volgt gemotiveerd:
“Aangezien wij ten aanzien van de overige facturen hebben vastgesteld dat u zich niet hebt gehouden aan de maximale factureringstermijn van 30 dagen en hiermee een langere factureringstermijn heeft gehanteerd, geldt voor de verder te noemen facturen aan bovengenoemde debiteur geen dekking onder uw verzekeringspolis.”