Het Hof heeft het vonnis in eerste aanleg bevestigd met aanvulling van gronden. Blijkens dit vonnis steunt de bewezenverklaring op de volgende bewijsmiddelen:
"2. Een proces-verbaal van relaas met nummer 110005/11 van 20 oktober 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] , doorgenummerde pagina's 1-38.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
In de GBA van de gemeente Hilversum is geregistreerd dat [betrokkene 1] , geboren op [geboortedatum] 1965, sedert 30 mei 2011 is ingeschreven op het adres [a-straat 1] , [...] Hilversum. In de periode van 18 augustus 1986 tot 30 mei 2011 stond [betrokkene 1] ingeschreven op het adres [b-straat 1] , [...] Hilversum.
Aan [betrokkene 1] is door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum, sedert 21 november 2006 een uitkering toegekend, ingevolge de WWB, naar de norm van een alleenstaande ouder.
3. Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 110005/11 van 19 juli 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , Bijlage D doorgenummerde pagina's 1-7.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [betrokkene 1] , zakelijk weergegeven: [verdachte] is de vader van mijn twee jongste kinderen.
4. Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 110005/11 van 20 juli 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , Bijlage D doorgenummerde pagina's 8-16.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [betrokkene 1] , zakelijk weergegeven:
Het is namelijk gemakkelijk om een uitkering aan te vragen voor levensonderhoud. Dat was noodzakelijk omdat [verdachte] (de politierechter begrijpt [verdachte] ) wel geld verdiende, maar dat geld kwam nooit bij mij. Ik heb tegen hem gezegd dat ik die uitkering wilde hebben voor mijzelf en voor de kinderen. Dat ik uiteindelijk de uitkering heb aangehouden, had dan ook als reden dat ik dan in ieder geval wist dat er eten was voor mij en de kinderen.
In maart 2007 belde hij of ik naar Duitsland wilde komen voor de honden. Ik ben toen met [betrokkene 2] naar Duitsland vertrokken om bij [verdachte] te gaan wonen.
[verdachte] heeft in de periode dat wij in Duitsland woonden wel in het onderhoud van mij en de kinderen voorzien. Ik ontving toen ook mijn uitkering.
Ik ben in oktober 2009 terug naar Hilversum gegaan met [betrokkene 2] en [betrokkene 3] . Uiteindelijk is [verdachte] in maart 2010 definitief teruggekomen naar Hilversum. Hij is toen bij mij komen wonen op de [b-straat] . Ik wilde niet dat hij zich liet inschrijven bij mij op de [b-straat] .
Had dat ook niet met je uitkering te maken?
Dat zal onbewust wel meegespeeld hebben.
We laten je rechtmatigheidsonderzoeksformulieren zien over de periode februari 2007 t/m april 2011. Heb jij die formulieren zelf ingevuld en ondertekend en waar deed je dat dan?
De formulieren die jullie mij laten zien zijn voor het grootste gedeelte door mij ingevuld en ondertekend. Ik deed dat in Hilversum. Een paar formulieren zijn door mijn dochter [betrokkene 4] ingevuld en ondertekend. Zij deed dat op mijn verzoek. Dat zijn de formulieren die betrekking hebben op oktober 2007; februari t/m mei 2008 en augustus 2008. De andere zijn door mij ondertekend.
Heb je deze formulieren expres verkeerd ingevuld en heb je expres niet aan de sociale dienst verteld dat je samenwoonde met [verdachte] en dat je in het buitenland verbleef.
Ja, ik kan moeilijk nee zeggen.
5. Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 110005/11 van 21 juli 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , Bijlage E doorgenummerde pagina's 3-7.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [verdachte] , zakelijk weergegeven: Ik wil u zeggen dat ik een relatie heb met [betrokkene 1] (de politierechter begrijpt [betrokkene 1] ) en dat ik zielsveel van haar hou.
Ik wil alleen zeggen dat ik wist dat ze (de politierechter begrijpt [betrokkene 1] ) op een bepaald moment een uitkering ontving en wel voor een eenoudergezin.
Ik meen dat ik in februari 2010 ben teruggekeerd en ingetrokken bij [betrokkene 1] op de [b-straat] .
6. Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 1100051 van 20 juli 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] , Bijlage F doorgenummerde pagina's 1-4.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [betrokkene 4] , zakelijk weergegeven:
Mijn moeder (de politierechter begrijpt [betrokkene 1] ), [verdachte] (de politierechter begrijpt [verdachte] ) en [betrokkene 2] zijn naar Duitsland gegaan. In Duitsland zijn mijn moeder en [verdachte] dacht ik twee keer verhuisd.
In maart 2010 is [verdachte] uit Duitsland teruggekomen en trok hij weer in op de [b-straat] . Vanaf maart 2010 woonde [verdachte] dus weer samen met mijn moeder.
Ik zag dat er op de [b-straat] ook post van [verdachte] kwam. Ik weet dat mijn moeder dat niet wilde, omdat ze anders gezeik zou krijgen, wat ze nu dus heeft.
De meeste formulieren voor de sociale dienst vulde mijn moeder in en ondertekende die. Ze kwam meestal een keer per maand naar Hilversum zodat ik mijn zusje en broertje kon zien, zij hier post kwam halen en dat soort dingen. Ik heb eerlijk gezegd ook wel eens zo'n formulier ingevuld en ondertekend. Ik denk dat ik misschien een keer of zes zo'n formulier heb ingevuld en de handtekening van mijn moeder heb nagemaakt. Ik deed dat altijd in overleg met mijn moeder. Ze vertelde dan dat ze die week naar Nederland kwam en als dat niet zou kunnen, dan vroeg zij mij om het formulier voor haar in te vullen en te ondertekenen. De reden dat ik die formulieren voor haar invulde of dat zij deze zelf invulde, was omdat zij anders bang was de uitkering kwijt te raken.
De Honda heeft [verdachte] gekocht voor mijn moeder. Volgens mij vertelde [verdachte] mij een keer dat mijn moeder vanwege haar uitkering de auto niet op haar naam kon krijgen. Zowel [verdachte] als mijn moeder vertelden mij dat [verdachte] zich niet bij mijn moeder kon laten inschrijven omdat dat problemen zou opleveren met de uitkering. Voor zover ik weet zou de uitkering dan worden stopgezet.
7. Geschriften, te weten kopieën van rechtmatigheidsformulieren W.W.B. op naam van [betrokkene 1] , over de periode van 31 juli 2007 tot en met 1 september 2009, doorgenummerde pagina's 125-136 en 139-160.
Deze geschriften houden onder meer in, zakelijk weergegeven:
De volgende vraag
Hebben zich in deze periode verder nog omstandigheden voorgedaan die u niet kunt aangeven op dit formulier en die wel van belang zijn voor de hoogte van uw uitkering, dient u deze omstandigheden binnen drie werkdagen door te geven via het in uw bezit zijnde wijzigingsformulier.
Deze geschriften zijn voorzien van een handtekening na de zinsnede "Ondergetekende(n) verklaart/verklaren alle op dit formulier voorkomende gegevens naar waarheid te hebben verstrekt en geen andere voor de verstrekking van de uitkering van belang zijnde gegevens te hebben verzwijgen"."