ECLI:NL:HR:2017:1167

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 juni 2017
Publicatiedatum
27 juni 2017
Zaaknummer
15/05113
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake bewijsuitsluiting

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 juni 2017 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, dat op 20 oktober 2015 was gewezen. De verdachte, geboren in 1969, had beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door advocaat C.F. Korvinus. De Advocaat-Generaal A.J. Machielse concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat het middel, dat stelde dat in hoger beroep een verweer op basis van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering was gevoerd, feitelijke grondslag miste. De Hoge Raad stelde vast dat in de feitelijke aanleg niet duidelijk en gemotiveerd was onderbouwd waarom het bewijs uitgesloten zou moeten worden, rekening houdend met de factoren van artikel 359a, tweede lid, Sv. De Hoge Raad verwerpt het beroep zonder nadere motivering, aangezien het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

27 juni 2017
Strafkamer
nr. S 15/05113
ABO
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 20 oktober 2015, nummer 23/004509-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft C.F. Korvinus, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
27 juni 2017.