ECLI:NL:HR:2017:1170

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 juni 2017
Publicatiedatum
28 juni 2017
Zaaknummer
15/05598
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen veroordeling voor rijden onder invloed met geschorst rijbewijs

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, waarbij de verdachte was veroordeeld voor het rijden onder invloed en het besturen van een motorrijtuig met een geschorst rijbewijs. De Hoge Raad heeft op 20 juni 2017 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 15/05598. De verdachte had eerder al veroordelingen op zijn naam staan, maar de Hoge Raad oordeelde dat de eerdere veroordeling voor het besturen van een motorrijtuig met een geschorst rijbewijs ten tijde van het bewezen verklaarde feit nog niet onherroepelijk was. Dit leidde tot de vraag of de eerdere veroordelingen relevant waren voor de strafmotivering. De Hoge Raad concludeerde dat het niet de precieze aard van de delict was die bepalend was, maar dat de verdachte eerder onherroepelijk was veroordeeld voor strafbare feiten. De overwegingen van het Hof konden worden gelezen met weglating van bepaalde woorden die als kennelijke misslag waren opgenomen. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad volgde deze conclusie. Het beroep werd dan ook verworpen zonder nadere motivering, aangezien het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

20 juni 2017
Strafkamer
nr. S 15/05598
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 13 november 2015, nummer 22/001645-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
20 juni 2017.