Het Hof heeft het vonnis van de Rechtbank bevestigd. Dit vonnis houdt met betrekking tot de bewijsvoering ter zake van deze bewezenverklaring het volgende in:
"De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
In januari 2011 is [betrokkene 1] , geboren op [geboortedatum] 1995, als pleegkind in het kader van een crisisopvang bij verdachte in huis te Huissen geplaatst. Begin februari 2011 werden [betrokkene 2] en [betrokkene 3] ook bij verdachte in huis geplaatst. Op 5 oktober 2011 zijn de drie kinderen uit huis geplaatst.
(...)
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster heeft ten overstaan van de politie verklaard dat na de zomervakantie in 2011 het seksueel contact met verdachte is begonnen. Zij heeft verklaard dat verdachte haar heeft gezoend en gevingerd, dat zij hem heeft afgetrokken en dat ze hebben geneukt. Verder heeft verdachte haar leren pijpen en heeft hij haar ook vaak gebeft. Verdachte betastte de borsten van aangeefster en heeft hieraan gezogen. Aangeefster en verdachte hebben seks gehad in haar slaapkamer en in de slaapkamer van verdachte in de woning van verdachte in Huissen. Ook heeft het seksueel contact plaatsgevonden in de auto van verdachte in Dieren en in Rheden. Aangeefster heeft tevens verklaard dat zij van verdachte lingeriepakjes kreeg die ze voor hem moest aantrekken. Aangeefster moest foto's van zichzelf maken gekleed in lingerie en naar verdachte toesturen. Verdachte heeft tegen aangeefster gezegd dat hij de foto's van zijn mobiel had gewist maar dat hij ze wel op zijn harde schijf thuis op de computer had gezet.
Voorts heeft aangeefster in haar aangifte verklaard dat zij, toen zij haar telefoon moest inleveren bij haar voogd, haar telefoon heeft ingeleverd, maar niet dan nadat ze de simkaart eruit had gehaald en doormidden had geknipt. Dat deed ze omdat ze bang was dat de politie er achter zou komen dat ze iets met verdachte had. Toen zij wat met verdachte kreeg, had verdachte haar gezegd dat het voor de wet niet mocht omdat ze 15 jaar oud was. Hij was pleegvader en als men er achter zou komen zou hij twee jaar moeten zitten. Dat wilde zij niet, omdat ze van hem hield en echt verliefd op hem was. Aangeefster heeft ook verklaard dat zij aan haar broertje heeft verteld dat ze een relatie had met verdachte.
Omtrent de opgeworpen vraag in hoeverre de verklaringen van aangeefster als voldoende betrouwbaar kunnen worden aangemerkt, overweegt de rechtbank als volgt.
Aangeefster is op diverse momenten zowel door de politie als bij de rechter-commissaris gehoord. De rechtbank heeft weliswaar enkele inconsistenties in haar verklaringen geconstateerd, maar vindt dit gelet op de jeugdige leeftijd van aangeefster, haar ontwikkeling en het tijdsverloop niet dusdanig bevreemdend dat haar verklaringen om deze reden als onbetrouwbaar moeten worden aangemerkt. Hierbij neemt de rechtbank tevens het volgende in aanmerking. De computer en de Blackberry van verdachte zijn onderzocht. Tijdens een onderzoek daarvan zijn op de computer van verdachte foto's aangetroffen waarop [betrokkene 1] staat afgebeeld in lingerie. Dit komt overeen met wat aangeefster hierover heeft verklaard.
Verder zijn op de computer van verdachte diverse e-mailberichten aangetroffen tussen de e-mailadressen [emailadres] @live.nl, in gebruik bij [betrokkene 1] , en [emailadres] @hotmail.com. Ten overstaan van de politie heeft verdachte verklaard dat hij het account ' [emailadres] @hotmail.com' gebruikt. Op 16 januari 2012 20:07:40 uur is vanaf dit e-mailadres van verdachte een bericht gestuurd naar het e-mailadres van aangeefster, waarin onder andere staat geschreven: '(...) Hou je wel aan onze afspraken want we zullen heus wel ondervraagd worden en dan blijf ik bij ons verhaal dat we na je 16e jaar 2x iets hebben gedaan etc etc maar ook daarna niet meer (...).'
Op het door de politie voorhouden van dit e-mailbericht heeft verdachte als volgt gereageerd: 'als dat er staat zal dat wel zo zijn. Het staat er zoals het staat.' Op de vraag van de verbalisant 'Je bent aangehouden voor seks met een minderjarige, [betrokkene 1] is minderjarig en heeft aangifte gedaan hiervan?' antwoordde verdachte: 'Ik ga hierover zwijgen. Ik wil in een later stadium daar wellicht wel wat over zeggen.'
Verdachte heeft de kans gehad om zijn verhaal te doen, maar heeft daarvan geen gebruik gemaakt. Verdachte is ook niet ter terechtzitting verschenen om daar alsnog een verklaring af te leggen.
De rechtbank is van oordeel dat uit de inhoud van het e-mailbericht kan worden afgeleid dat er contacten zijn geweest tussen verdachte en aangeefster die kennelijk betrekking hebben op verboden gedragingen van verdachte in relatie tot aangeefster vóór haar 16de de levensjaar. Aldus past het e-mailbericht bij de verklaring van aangeefster dat ze vóór haar 16de jaar een seksuele relatie had met verdachte en dat ze dit niet mocht vertellen omdat ze ten tijde van die relatie nog maar 15 jaar oud was. Verdachte heeft nagelaten een andere aannemelijke verklaring over dit bericht te geven.
Uit de gevonden chatberichten in de Blackberry telefoon van verdachte, via Ping, werd duidelijk dat verdachte gebruik maakte van het Ping ID [001] .
In die chatberichten werd de navolgende tekst aangetroffen, gedateerd 16-12-2011 tussen de Ping ID nr's [001] ( [verdachte] ; verdachte) en [002] ( [betrokkene 1] ). "Ok lieffie dan kom ik je wel halen en breng je dan rond 22 u wel nr huis xxx of je moet nog sexneigingen hebben hahaha"
De rechtbank maakt uit deze woorden, kennelijk van verdachte afkomstig, op dat hij met aangeefster seks wilde hebben. Ook dit past naar het oordeel van de rechtbank bij de verklaring van aangeefster, dat in de maanden daaraan voorafgaand meermalen seks was geweest.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de verklaringen van aangeefster als betrouwbaar kunnen worden aangemerkt en op diverse punten, zoals hiervoor besproken, ondersteuning vinden in ander bewijsmateriaal, zodat aan het bewijsminimum van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering is voldaan.
De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat verdachte met aangeefster seksueel contact heeft gehad op de wijze en in de periode zoals aangeefster heeft verklaard. Nu aangeefster sinds 5 oktober 2011 niet langer als pleegkind in de woning van verdachte verbleef, zal de rechtbank - gelet op de ten laste gelegde periode - vrijspreken van het bestanddeel "pleegkind"."