ECLI:NL:HR:2017:2196

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 augustus 2017
Publicatiedatum
24 augustus 2017
Zaaknummer
17/02153
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van geheimhoudingsplicht in cassatieprocedure met internationale implicaties

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 augustus 2017 een beschikking gegeven in het kader van een cassatieprocedure. De zaak betreft een verzoek tot opheffing van een geheimhoudingsplicht die was opgelegd aan partijen en belanghebbenden, zoals bedoeld in artikel 29 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Dit verzoek werd ingediend door de curator van Oi Brasil Holdings Coöperatief U.A., die betrokken is bij een procedure in de Verenigde Staten. De curator stelde dat hij in het kader van deze Amerikaanse procedure alle processtukken en verslagen van relevante mondelinge behandelingen in Nederland moest overleggen aan obligatiehouders. De Amerikaanse rechter had bepaald dat de curator en Oi Coop zich gezamenlijk moesten inspannen om het verbod op te heffen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 13 juni 2017 gaven de advocaten van de betrokken partijen aan geen bezwaar te hebben tegen de opheffing van de geheimhoudingsplicht. De Advocaat-Generaal heeft zich niet over het verzoek uitgelaten. De Hoge Raad oordeelde dat het verzoek, dat was gebaseerd op de wet, toewijsbaar was. De beschikking houdt in dat het verbod aan derden om mededelingen te doen over het verhandelde tijdens de mondelinge behandeling en de inhoud van de processtukken wordt opgeheven, met de restrictie dat deze informatie niet buiten de onderhavige procedure mag worden gebruikt.

Deze beschikking is gewezen door vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren G. Snijders, G. de Groot, C.E. du Perron en M.J. Kroeze. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

25 augustus 2017
Eerste Kamer
17/02153
RM/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
De coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid OI BRASIL HOLDINGS COÖPERATIEF U.A.,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. B.I. Kraaipoel,
t e g e n
1. CITADEL EQUITY FUND LTD.,
gevestigd te Grand Cayman
(Kaaiman Eilanden),
2. SYZYGY CAPITAL MANAGEMENT LTD.,
gevestigd te New York,
Verenigde Staten van Amerika,
3. TRINITY INVESTMENTS DESIGNATED ACTIVITY COMPANY,
gevestigd te Dublin, Ierland,
4. YORK GLOBAL FINANCE FUND L.P.,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
VERWEERSTERS in cassatie,
advocaat: mr. B.T.M. van der Wiel,
e n
mr. J.R. Berkenbosch in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Oi Brasil Holdings Coöperatief U.A.,
kantoorhoudende te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE in cassatie,
advocaat: mr. J.P. Heering,
Portugal Telecom International Finance B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE in cassatie,
advocaat: mr. R.M. Hermans,
mr. J.L.M. Groenewegen in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Portugal Telecom International Finance B.V.,
kantoorhoudende te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE in cassatie,
advocaat: mr. T.T. van Zanten,
The Bank of New York Mellon,
gevestigd te New York,
Verenigde Staten van Amerika,
BELANGHEBBENDE in cassatie,
advocaat: mr. D. Rijpma,
Monarch Master Funding 2 (Luxembourg) S.à.r.l.,
gevestigd te Luxemburg,
BELANGHEBBENDE in cassatie,
advocaat: mr. B.T.M. van der Wiel.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Oi Coop en Citadel c.s. en belanghebbenden als de curator van Oi Coop, PTIF, de curator van PTIF, BNYM en Monarch.

1.Het verdere verloop van de procedure in cassatie

Voor het verloop van het geding tot dusver verwijst de Hoge Raad naar zijn beschikking in deze zaak van 7 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1280.
De curator van Oi Coop heeft zich tot de Hoge Raad gewend en op de voet van art. 29 lid 2 Rv opheffing verzocht in voege als hierna te bepalen, van het ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 13 juni 2017 opgelegde verbod aan derden mededelingen te doen omtrent het verhandelde tijdens die mondelinge behandeling en omtrent de inhoud van de processtukken.
De advocaten van partijen en van de overige bij de mondelinge behandeling verschenen belanghebbenden hebben te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen toewijzing van het verzoek.
De Advocaat-Generaal heeft te kennen gegeven ervan af te zien zich omtrent het verzoek uit te laten.

2.De beoordeling van het verzoek

De curator van Oi Coop heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd, kort gezegd, dat hij namens Oi Coop in de Verenigde Staten van Amerika een ‘
Chapter 15-procedure’ voert en dat hem in het kader van de
discovery proceedingsin die procedure namens obligatiehouders is gevraagd alle processtukken inzake de in Nederland gevoerde procedures, alsmede alle verslagen met betrekking tot de relevante mondelinge behandelingen, over te leggen. De Amerikaanse rechter, de
United States Bankruptcy Court Southern District of New York, heeft bepaald dat de curator en Oi Coop zich gezamenlijk dienen in te spannen om het eerdergenoemde verbod (gedeeltelijk) te doen opheffen.
Het onweersproken en op de wet (art. 29 lid 2 Rv) gebaseerde verzoek is toewijsbaar als na te melden.

3.Beschikking

De Hoge Raad:
heft op het verbod aan derden mededelingen te doen omtrent het verhandelde tijdens de mondelinge behandeling in cassatie in deze zaak van 13 juni 2017 en omtrent de inhoud van de processtukken in cassatie in deze zaak, voor zover dat betreft:
- het overleggen aan de
United States Bankruptcy Court Southern District of New Yorken de
Chapter 15-partijen van de in cassatie ingediende processtukken (inclusief pleitnotities en correspondentie met de Hoge Raad), alsmede
- het doen van mededelingen aan de
United States Bankruptcy Court Southern District of New Yorken de
Chapter 15-partijen van al hetgeen tijdens de mondelinge behandeling in cassatie op 13 juni 2017 is verhandeld,
alles mede omvattende de uitspraak van de Hoge Raad, en
alles inclusief vertalingen in het Engels van al het vorenstaande en
alles met de restrictie dat het de
Chapter 15-partijen niet vrijstaat om deze informatie en stukken en de inhoud daarvan op enigerlei wijze en in welke vorm dan ook te gebruiken buiten de onderhavige
Chapter 15-procedure.
Deze beschikking is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren G. Snijders, G. de Groot, C.E. du Perron en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
25 augustus 2017.