ECLI:NL:HR:2017:223

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 februari 2017
Publicatiedatum
14 februari 2017
Zaaknummer
16/00063
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot 16 jaren gevangenisstraf wegens gekwalificeerde doodslag op een alleenstaande 72-jarige, mindervalide vrouw

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 februari 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag. De verdachte, geboren in 1964, was veroordeeld tot 16 jaren gevangenisstraf wegens gekwalificeerde doodslag op een alleenstaande, 72-jarige, mindervalide vrouw. De feiten van de zaak houden in dat de verdachte de vrouw vele malen met een mes heeft gestoken en haar heeft beroofd van haar waardevolle sieraden. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door zijn advocaat H.K. ter Brake. De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad uiteindelijk ook heeft gedaan. De Hoge Raad oordeelde dat de middelen van cassatie niet konden leiden tot cassatie, en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de vice-president en de raadsheren aanwezig waren, evenals de griffier S.P. Bakker.

Uitspraak

14 februari 2017
Strafkamer
nr. S 16/00063
ABO
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 15 december 2015, nummer 22/002203-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft H.K. ter Brake, advocaat te Hoorn, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
14 februari 2017.