ECLI:NL:HR:2017:2463

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 september 2017
Publicatiedatum
25 september 2017
Zaaknummer
16/01682
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel en de rol van de ontnemingsrechter

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, die op 23 maart 2016 werd gedaan in een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De betrokkene, geboren in 1961, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat P.M. Breukink. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 26 september 2017 geoordeeld dat het middel niet tot cassatie kan leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), waarbij de Hoge Raad oordeelt dat er geen nadere motivering nodig is, omdat het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarbij de uitspraak van het Gerechtshof werd bekrachtigd. De zaak betreft belangrijke juridische vragen rondom profijtontneming en witwassen, en de rol van de ontnemingsrechter in deze context. De Hoge Raad benadrukt dat de ontnemingsrechter moet uitgaan van een veroordeling in de hoofdzaak en dat verweer in de ontnemingsprocedure thuishoort in de hoofdzaak. Dit arrest is vastgesteld op 29 augustus 2017 en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

26 september 2017
Strafkamer
nr. S 16/01682 P
CB/JHO
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 23 maart 2016, nummer 21/004911-13, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft P.M. Breukink, advocaat te Arnhem, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is vastgesteld op 29 augustus 2017 en gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
26 september 2017.