Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
26 september 2017.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 september 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba. De verdachte, geboren in 1984, was eerder vrijgesproken van foltering, maar veroordeeld voor medeplegen van mishandeling. Dit gebeurde tijdens zijn functie als gevangenisbewaarder in het Korrektie Instituut Aruba, waar hij samen met medeverdachten een gedetineerde heeft mishandeld terwijl deze geboeid was. De zaak betreft de uitleg van het begrip 'oogmerk' zoals gedefinieerd in artikel 1.1 van de Landsverordening internationale misdrijven. Het Openbaar Ministerie heeft cassatie ingesteld tegen de vrijspraak van foltering en heeft verzocht om vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot terugwijzing van de zaak naar het Hof voor herbehandeling. De Hoge Raad heeft het beroep van het Openbaar Ministerie verworpen, waarbij het middel niet tot cassatie kon leiden op basis van eerder uitgesproken arresten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige motivering bij vrijspraken en de toepassing van de relevante juridische normen.