ECLI:NL:HR:2017:2592

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 oktober 2017
Publicatiedatum
11 oktober 2017
Zaaknummer
16/05007
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging beschikking inzake beslag op auto en niet-ontvankelijkverklaring van klager

In deze zaak gaat het om een beklagprocedure betreffende de inbeslagneming van een personenauto, een Toyota Starlet, die onder de ex-vrouw en dochter van de klager was gelegd. De klager had op 1 augustus 2016 een klaagschrift ingediend bij de Rechtbank Overijssel, waarin hij verzocht om teruggave van de inbeslaggenomen auto. De Rechtbank heeft het klaagschrift op 5 oktober 2016 ongegrond verklaard. Tijdens de behandeling van de zaak werd door de Officier van Justitie medegedeeld dat de auto inmiddels was vernietigd vanwege hoge stallingskosten en de geringe waarde van het voertuig. De Hoge Raad oordeelt dat het beslag op de auto reeds was beëindigd ten tijde van de beslissing op het klaagschrift, waardoor de Rechtbank de klager niet-ontvankelijk had moeten verklaren in zijn beklag. De Hoge Raad vernietigt daarom de beschikking van de Rechtbank en verklaart de klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Uitspraak

10 oktober 2017
Strafkamer
nr. S 16/05007 B
ES
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, van 5 oktober 2016, nummer RK 16/739, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klager], geboren op [geboortedatum] 1964.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft R.J. Baumgardt, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot alsnog niet-ontvankelijkverklaring van de klager in zijn beklag.

2.Ambtshalve beoordeling van de bestreden beschikking

2.1.
Het gaat in deze zaak om de inbeslagneming onder (onder meer) de ex-vrouw en dochter van de klager van een personenauto, Toyota, type Starlet, met kenteken [AA-00-BB]. Op 1 augustus 2016 is een klaagschrift als bedoeld in art. 552a, eerste lid, Sv binnengekomen bij de Rechtbank, strekkende tot teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp aan de klager. Dat klaagschrift is door de Rechtbank op 21 september 2016 behandeld, waarna de Rechtbank op 5 oktober 2016 de bestreden beschikking heeft gegeven waarbij het beklag ongegrond is verklaard.
2.2.
Blijkens het proces-verbaal van de behandeling in raadkamer en de bestreden beschikking heeft de Officier van Justitie onder meer medegedeeld dat de personenauto inmiddels vanwege de hoge stallingskosten en de geringe waarde van de personenauto is vernietigd.
2.3.
Art. 134, tweede lid, Sv luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
"Het beslag wordt beëindigd doordat hetzij
(...)
c. de machtiging als bedoeld in artikel 117 is verleend en het voorwerp niet om baat is vervreemd; (...)"
3.4.
Gelet op het voorgaande was het beslag reeds beëindigd ten tijde van de beslissing op het klaagschrift. Dat brengt mee dat de Rechtbank de klager in zijn klaagschrift niet-ontvankelijk had behoren te verklaren.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven, het middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden beschikking;
verklaart de klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
10 oktober 2017.