Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
21 november 2017.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 17 februari 2016 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1980. De verdachte is vervolgd voor het telen van hennep en heeft in cassatie aangevoerd dat het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk is in de vervolging, omdat hij reeds een bestuurlijke boete heeft gekregen van de uitkeringsinstantie UWV voor hetzelfde feit. De Hoge Raad heeft op 21 november 2017 uitspraak gedaan in deze zaak, onder zaaknummer 16/01748.
De advocaat van de verdachte, R.J. Baumgardt, heeft een middel van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet kan leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting. De uitspraak is gedaan door vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, en in aanwezigheid van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster.