Blijkens het proces-verbaal van de behandeling in raadkamer heeft de Officier van Justitie aldaar het woord gevoerd overeenkomstig de inhoud van zijn, aan het proces-verbaal gehechte notitie. Die notitie houdt het volgende in:
"Ontnemingsvordering
De ontnemingsvordering was gebaseerd op voordeel dat wederrechtelijk is verkregen binnen [D] BV ter hoogte van € 829.115,27 (het oorspronkelijke bedrag van € 602.225,27 vermeerderd met een bedrag van € 226.890,00). Daarnaast bestond de vordering uit voordeel dat was verkregen binnen [klaagster 2] ter hoogte van € 1.600.000, welk voordeel werd toegerekend aan [klager 1] .
Uw rechtbank heeft op 29 november 2013 een tussenbeslissing in de ontnemingszaak genomen, inhoudende dat gelet op de vrijspraak in de strafzaak met betrekking tot de criminele organisatie [klaagster 2] , het Geeringsarrest van toepassing is voor zover de vordering gebaseerd is op het voordeel verkregen binnen [klaagster 2] .
Uitgaande van deze tussenbeslissing betreft de ontnemingsvordering op dit moment derhalve het bedrag van € 829.115,27.
Stand van zaken ontnemingszaak
De ontnemingszaak is nog steeds lopende. Bij de hiervoor genoemde tussenbeslissing van uw rechtbank van 29 november 2013 heeft uw rechtbank de behandeling aangehouden voor overleg tussen het OM en [klager 1] .
Inmiddels hebben onderhandelingen tussen klagers en de benadeelde partijen geleid tot een concept-vaststellingsovereenkomst. Het Openbaar Ministerie heeft zich onder voorwaarden hiermee akkoord verklaard.
Pas nadat de vaststellingsovereenkomst met de benadeelde partijen geheel is nagekomen en voldaan is aan de voorwaarden met het OM, zal er een streep gezet kunnen worden door de ontnemingszaak en zolang dat niet het geval is, zijn de conservatoire beslagen zeker nog steeds van belang, mede om te bevorderen dat ook aan alle voorwaarden die het OM heeft gesteld wordt voldaan.
'Overbeslag'?
Het Openbaar Ministerie voegt bij deze reactie een overzicht van de conservatoire beslagen die op dit moment nog liggen ten laste van [klager 1] : volgens dit overzicht moet de waarde van de conservatoire beslagen geschat worden op een bedrag van € 666.724,04.
Daarnaast is in totaal ter zekerheid gestort het bedrag van € 133.832,34. Tegen deze zekerheidsstellingen kan in het kader van artikel 552a Sv overigens niet geklaagd worden.
De conclusie is derhalve dat de totale waarde van de conservatoir in beslaggenomen voorwerpen tezamen met de gestorte zekerheid (€ 800.556,38) inmiddels al niet meer uitkomt boven het bedrag dat hiervoor als ontnemingsvordering wordt genoemd.
Sinds de beschikking van uw rechtbank van 25 maart 2014 heeft het OM op het verzoek van de verdediging namelijk het conservatoire beslag op onroerend goed én bankrekeningen in Frankrijk opgeheven. Daarnaast is met betrekking tot de onder [klaagster 3] gelegde vierdenbeslagen civiele procedure niet voortgezet, zodat deze beslagen na 24 september 2014 als opgeheven konden worden beschouwd.
Op 12 januari 2016 heeft het OM aan de raadsman van klagers laten weten ook het derdenbeslag op de vordering op [klaagster 3] te zullen opheffen en heeft hiertoe opdracht gegeven.
Voor zover uitgegaan zou moeten worden van een hogere waardering van het conservatoire beslag, is het volgens vast jurisprudentie niet zo dat het bedrag van de machtiging of vordering ook het maximum voor de hoogte van het conservatoire beslag inhoudt. Het OM verwijst hierbij naar gedeelte over het Cumberbatch-arrest van de HR, zoals ook aangehaald in de reactie bij de eerdere behandeling van het klaagschrift.
Omdat [klager 1] meerdere schuldeisers heeft - naast benadeelde partijen uit de Klimop-zaak en de fiscus is er volgens zijn eigen opgave zo'n 7 ton schuld aan andere schuldeisers - is dit punt zeker niet onbelangrijk. Immers ook deze kunnen beslag leggen en dan moet worden gedeeld.
Op grond van het Cumberbatch-arrest is een eventueel "overbeslag" in deze zaak volgens het OM dan ook niet van belang.
Proportioneel
Volgens de HR kunnen de omstandigheden van het geval meebrengen dat uw rechtbank op grond van hetgeen door klagers is aangevoerd onderzoekt of voortzetting van het beslag in overeenstemming is met de eisen van proportionaliteit. In deze zaak spitst dit zich toe op de vraag of de hoogte van het conservatoire beslag nog proportioneel is ten opzichte van de hoogte van de ontnemingsvordering.
Allereerst: conservatoir beslag dient ter zekerheid van de betaling van een op te leggen ontnemingsmaatregel. Het OM meent dat deze zekerheid nog steeds nodig is, nu een schikking met de benadeelden nog niet is afgerond en nog niet voldaan is aan de door het OM gestelde voorwaarden.
Het OM merkt op dat de schatting van de waarde van het beslag uiteraard slechts een schatting is - voor het beslag op geld/bankrekeningen is het wel bekend, maar voor een aantal beslagobjecten is het de vraag of het geschatte bedrag ook bij executie wordt gehaald, nog afgezien van hetgeen hiervoor is opgemerkt over het delen met andere beslagleggers.
Een geringe "overwaarde" van het beslag zou dan ook naar de mening van het Openbaar Ministerie niet tot disproportionaliteit leiden."