ECLI:NL:HR:2017:3147

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 december 2017
Publicatiedatum
15 december 2017
Zaaknummer
16/03078
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onteigeningsrecht en schadeloosstelling na onteigening ten behoeve van omlegging Rijksweg A9

In deze zaak heeft Chipshol VII B.V. cassatie ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, dat op 6 april 2016 is gewezen. De zaak betreft onteigeningsrecht en de schadeloosstelling na onteigening ten behoeve van de omlegging van de Rijksweg A9 en de reconstructie van knooppunt Badhoevedorp. Chipshol VII vorderde wettelijke rente over de toe te wijzen proceskosten. De Staat der Nederlanden heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank in deze zaak en heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk in overweging genomen, die strekte tot vernietiging en verwijzing in het principale cassatieberoep en verwerping van het incidentele cassatieberoep.

De Hoge Raad heeft de klachten van Chipshol VII in het principale beroep niet gegrond verklaard. De klachten konden niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad oordeelde dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Hierdoor kwam het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het principale beroep verworpen en Chipshol VII veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Staat zijn begroot op € 856,34 aan verschotten en € 1.100,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen op 15 december 2017 en openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek.

Uitspraak

15 december 2017
Eerste Kamer
16/03078
TT/AR
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
CHIPSHOL VII B.V.,
gevestigd te Schiphol Rijk, gemeente Haarlemmermeer,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. J.F. de Groot,
t e g e n
de STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat),
zetelende te Den Haag,
VERWEERDER in cassatie, eiser in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. M.W. Scheltema.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Chipshol VII en de Staat.

1.Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de vonnissen in de zaak C/15/206160/HA ZA 13-429 van de rechtbank Noord-Holland van 18 december 2013, 16 september 2015 en 6 april 2016.
Het vonnis van de rechtbank van 6 april 2016 is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het vonnis van de rechtbank van 6 april 2016 heeft Chipshol VII beroep in cassatie ingesteld. De Staat heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping. Chipshol VII vordert wettelijke rente over de toe te wijzen proceskosten.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot vernietiging en verwijzing in het principale cassatieberoep en verwerping van het incidentele cassatieberoep.
De advocaat van Chipshol VII en de advocaat van de Staat hebben ieder brief van 15 september 2017 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel in het principale beroep

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vgl. HR 15 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3107).
Nu het middel in het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het principale beroep;
veroordeelt Chipshol VII in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Staat begroot op € 856,34 aan verschotten en € 1.100,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-presidentC.A. Streefkerk als voorzitter en de raadsheren G. Snijders, G. de Groot, M.J. Kroeze en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op
15 december 2017.