ECLI:NL:HR:2017:3148

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 december 2017
Publicatiedatum
15 december 2017
Zaaknummer
16/03063
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onteigeningsrecht en schadeloosstelling na onteigening ten behoeve van omlegging Rijksweg A9

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 december 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een onteigeningskwestie. De eiseres, Televerde B.V., had beroep in cassatie ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, dat op 6 april 2016 was gewezen. De zaak betreft de schadeloosstelling na onteigening ten behoeve van de omlegging van de Rijksweg A9 en de reconstructie van knooppunt Badhoevedorp. De Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, had voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling verwezen naar eerdere vonnissen van de rechtbank en heeft vastgesteld dat de klachten van Televerde niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Hierdoor faalde het principale beroep van Televerde, en kwam het voorwaardelijk incidentele beroep van de Staat niet aan de orde. De Hoge Raad heeft Televerde bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Staat zijn begroot op € 856,34 aan verschotten en € 1.100,-- voor salaris, terwijl aan de zijde van het Hoogheemraadschap de kosten op nihil zijn begroot.

Uitspraak

15 december 2017
Eerste Kamer
16/03063
TT/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
TELEVERDE B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. J.F. de Groot,
t e g e n
STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat),
zetelende te Den Haag,
VERWEERDER in cassatie, eiser in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. M.W. Scheltema.
en
HOOGHEEMRAADSCHAP VAN RIJNLAND,
zetelende te Leiden,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Televerde, de Staat en het Hoogheemraadschap.

1.Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de vonnissenin de zaak C/15/223144/HA ZA 15-161 van de rechtbank Noord-Holland van 13 mei 2015 en 6 april 2016.
De vonnissen van de rechtbank zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het vonnis van de rechtbank van 6 april 2016 heeft Televerde beroep in cassatie ingesteld. De Staat heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De Staat en Televerde hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping. Televerde vordert wettelijke rente over de toe te wijzen proceskosten.
Tegen het Hoogheemraadschap is verstek verleend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt zowel in het principale als in het incidentele cassatieberoep tot verwerping.
De advocaat van Televerde heeft bij brief van15 september 2017 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel in het principale beroep

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Nu het middel in het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het principale beroep;
veroordeelt Televerde in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Staat begroot op € 856,34 aan verschotten en € 1.100,-- voor salaris, en aan de zijde van het Hoogheemraadschap begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vice-president C.A. Streefkerk als voorzitter en de raadsheren G. Snijders, G. de Groot, M.J. Kroeze en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op
15 december 2017.