ECLI:NL:HR:2017:3222

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 december 2017
Publicatiedatum
20 december 2017
Zaaknummer
16/04750
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van een uitspraak van het Hof inzake poging tot zware mishandeling met terugwijzing voor herbehandeling

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 december 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte was eerder door de Politierechter in de Rechtbank Gelderland veroordeeld voor poging tot zware mishandeling van een persoon genaamd [betrokkene 1] en vrijgesproken van de poging tot zware mishandeling van [betrokkene 2]. Het Hof heeft de verdachte echter veroordeeld voor medeplegen van poging tot zware mishandeling van zowel [betrokkene 1] als [betrokkene 2]. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet voldoende heeft gemotiveerd waarom het de verdachte voor een feit heeft veroordeeld waarvan hij in eerste aanleg was vrijgesproken. Dit leidde tot de conclusie dat de uitspraak van het Hof niet begrijpelijk was en dat er geen sprake was van een tenlastelegging met gevoegde strafbare feiten. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de lagere rechters, vooral in zaken waarin vrijspraak en veroordeling voor verschillende feiten aan de orde zijn.

Uitspraak

19 december 2017
Strafkamer
nr. S 16/04750
IV/AGE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 1 juli 2016, nummer 21/003014-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft S.F.W. van 't Hullenaar, advocaat te Arnhem, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal W.H. Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het hof dan wel verwijzing van de zaak naar een aangrenzend hof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt dat het Hof de verdachte heeft veroordeeld voor een tenlastegelegd feit waarvan hij in eerste aanleg is vrijgesproken.
2.2.1.
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
"primair:
hij op of omstreeks 3 februari 2014 in de gemeente Nijmegen tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan (een) perso(o)n(en) genaamd [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet [betrokkene 1]
- met een (ijzeren) staaf en/of een ketting, althans een hard voorwerp, (met kracht) in/op/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of
- meerdere malen, althans eenmaal, (met kracht) in/op/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of gestompt en/of
- terwijl voornoemde [betrokkene 1] op de grond lag, (met kracht) meerdere malen, althans eenmaal, in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd heeft geschopt en/of getrapt en/of
- terwijl voornoemde [betrokkene 1] op de grond lag, (met kracht) meerdere malen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt en/of [betrokkene 2]
- met een (ijzeren) staaf en/of ketting, althans een hard voorwerp, (met kracht) in/op/tegen de nek, althans het lichaam, heeft geslagen en/of
- terwijl voornoemde [betrokkene 2] op de grond lag, meerdere malen, althans eenmaal, in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt en/of
- meerdere malen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
subsidiair:
Hij op of omstreeks 3 februari 2014 in de gemeente Nijmegen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend (een) perso(o)n(en), te weten [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2], waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader, [betrokkene 1]
- met een (ijzeren) staaf en/of ketting, althans een hard voorwerp (met kracht) in/op/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of,
- meerdere malen, althans eenmaal, (met kracht) in/op/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of gestompt en/of
- terwijl voornoemde [betrokkene 1] op de grond lag, (met kracht) meerdere malen, althans eenmaal, in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd heeft geschopt en/of getrapt en/of
- terwijl voornoemde [betrokkene 1] op de grond lag, (met kracht) meerdere malen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt en/of [betrokkene 2]
- met een (ijzeren) staaf en/of ketting, althans een hard voorwerp, (met kracht) in/op/tegen de nek, althans het lichaam, heeft geslagen en/of
- terwijl voornoemde [betrokkene 2] op de grond lag, meerdere malen, althans eenmaal, in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt en/of
- meerdere malen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt, waardoor voornoemde [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] letsel heeft/hebben bekomen en/of pijn heeft/hebben ondervonden."
2.2.2.
De Politierechter in de Rechtbank Gelderland heeft bij vonnis van 19 mei 2015 bewezenverklaard dat de verdachte:
"op 3 februari 2014 in de gemeente Nijmegen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [betrokkene 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet [betrokkene 1]
- meerdere malen, althans eenmaal, (met kracht) in het gezicht heeft geslagen en
- terwijl voornoemde [betrokkene 1] op de grond lag, (met kracht) meerdere malen, tegen het lichaam heeft geslagen en gestompt en geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid."
en hem te dier zake veroordeeld tot een werkstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis, met toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [betrokkene 1] tot een bedrag van € 960,00.
De Politierechter heeft de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde wat betreft [betrokkene 2].
2.2.3.
De verdachte heeft tegen het vonnis van de Politierechter hoger beroep ingesteld. De aan de Hoge Raad gezonden stukken houden niet in dat ook de Officier van Justitie tegen voormeld vonnis hoger beroep heeft ingesteld. Het Hof heeft ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat hij:
"op 3 februari 2014 in de gemeente Nijmegen tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan personen genaamd [betrokkene 1] en [betrokkene 2], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet [betrokkene 1]
- meerdere malen, met kracht in /op /tegen het gezicht en op/tegen het hoofd heeft geslagen en /of gestompt en
- terwijl voornoemde [betrokkene 1] op de grond lag, met kracht meerdere malen, tegen het hoofd heeft geschopt en/of getrapt en
- terwijl voornoemde [betrokkene 1] op de grond lag, (met kracht) op/tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en geschopt en/of getrapt en [betrokkene 2]
- (met kracht) in/tegen de nek heeft geslagen en
- terwijl voornoemde [betrokkene 2] op de grond lag, meerdere malen, in/op/tegen het gezicht en het hoofd heeft geslagen en/of gestompt en geschopt en/of getrapt en
- meerdere malen, op/tegen het lichaam heeft geschopt en getrapt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid."
en hem te dier zake onder aanhaling van art. 57 Sr wegens het "medeplegen van poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd" veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [betrokkene 1] tot een bedrag van € 960,00 en de vordering van de benadeelde partij [betrokkene 2] tot een bedrag van € 600,00.
2.3.
Art. 404, vijfde lid, Sv luidt:
"Zijn in eerste aanleg strafbare feiten gevoegd aan het oordeel van de rechtbank onderworpen, dan kan de verdachte alleen hoger beroep instellen van die gevoegde zaken waarin hij niet van de gehele telastlegging is vrijgesproken."
2.4.
Zonder nadere motivering, die ontbreekt, is niet begrijpelijk dat het Hof enerzijds kennelijk heeft geoordeeld dat te dezen geen sprake is van een tenlastelegging met gevoegde strafbare feiten doch anderzijds de verdachte onder aanhaling van art. 57 Sr heeft veroordeeld wegens het "medeplegen van poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd".
2.5.
Het middel is gegrond.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.T. Boerlage, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
19 december 2017.