ECLI:NL:HR:2017:35

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 januari 2017
Publicatiedatum
17 januari 2017
Zaaknummer
15/04607
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Contaminatie kruitsporenonderzoek en veroordeling tot gevangenisstraf wegens liquidatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 januari 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam. De verdachte, geboren in 1985, was veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf wegens liquidatie, zoals vastgelegd in artikel 289 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had in cassatie aangevoerd dat de resultaten van het kruitsporenonderzoek niet als bewijs konden dienen, omdat deze mogelijk waren veroorzaakt door contaminatie in plaats van door het afvuren van een vuurwapen door hem. De advocaat van de verdachte, J. Boksem, had een middel van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal A.J. Machielse concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat het middel niet tot cassatie kon leiden, omdat het geen rechtsvragen opriep die van belang waren voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt daarmee de eerdere uitspraak van het Gerechtshof.

Uitspraak

17 januari 2017
Strafkamer
nr. S 15/04607
ES
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 25 september 2015, nummer 23/004362-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
17 januari 2017.