ECLI:NL:HR:2017:365

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 maart 2017
Publicatiedatum
3 maart 2017
Zaaknummer
15/05883
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdhedenovereenkomst en verplichtingen gemeente bij wijziging bestemmingsplan

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 maart 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen een projectontwikkelaar en de Gemeente Wageningen. De zaak betreft een koopovereenkomst en de vraag of de verplichting van de gemeente tot wijziging van het bestemmingsplan een resultaats- of inspanningsverplichting is. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Littooij, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een eerder arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De Gemeente Wageningen, verdedigd door advocaten mr. J.F. de Groot en mr. P.A. Fruytier, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Advocaat-Generaal J. Wuisman heeft in zijn conclusie ook tot verwerping van het cassatieberoep geadviseerd.

De Hoge Raad heeft de klachten van eiseres in het middel beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, aangezien ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 6.524,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

3 maart 2017
Eerste Kamer
15/05883
EV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. M. Littooij,
t e g e n
de GEMEENTE WAGENINGEN,
zetelende te Wageningen,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaten: mr. J.F. de Groot en mr. P.A. Fruytier.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en de Gemeente.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak C/05/239253 / HA ZA 13-79 van de rechtbank Gelderland van 3 april 2013, 21 augustus 2013 en 26 maart 2014;
b. het arrest in de zaak 200.151.323 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 september 2015.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiseres] heeft bij brief van 20 januari 2017 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 6.524,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eiseres] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
3 maart 2017.