Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal van bevindingen van 20 september 2014, inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de verbalisant, de hoofdagent van politie, [verbalisant 1] , werkzaam bij het Korps Politie Caribisch Nederland:
Op zaterdag 20 september 2014, omstreeks 01.05 uur, ben ik, verbalisant, in burger gekleed en in mijn vrije tijd, naar mijn privé voertuig gelopen welke geparkeerd stond op de parkeerplaats van de Maduro & Curiel's Bank. Ik zag dat om en rond mijn auto meerdere personen stonden. Ik zag een groep jongens om mij heen.
[verdachte] en anderen schreeuwden tegen mij dat ik als mariku, makamba terug naar Hulanda moest. Op een gegeven moment zag en voelde ik de menigte steeds dichterbij komen. Ik voelde namelijk dat zij mij aanraakten. Ik heb vervolgens van iemand met kracht een tik, stoot, op mijn linker wang gekregen. Vervolgens zag en voelde ik dat [betrokkene 1] met gestrekt been op mij afkwam, en dat toen ik deze trap met mijn arm probeerde af te weren, zijn voet met schoeisel mijn arm raakte. Ik voelde een brandende pijn. Ik voelde glas tegen mijn blote armen komen. Tevens hoorde ik glazen flessen tegen voertuigen gegooid worden.
2. Een proces-verbaal van bevindingen van 20 september 2014, inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de verbalisant, [verbalisant 2] , werkzaam bij het Korps Politie Caribisch Nederland:
Op zaterdag 20 september 2014, omstreeks 01.00 uur, was ik samen met mijn collega's [verbalisant 3] en [verbalisant 4] op patrouille. Wij ontvingen een melding van de meldkamer dat er een auto aan het feveren was ter hoogte van de parkeerplaats naast de MCB gelegen aan de Kaya Grandi te Playa in Bonaire, op de naamloze verbindingsweg tussen Kaya Princes Marie en Kaya L.D. Gerharts. Bij aankomst op de plaats van de melding, omstreeks 1.10 uur, zag ik een grote menigte staan waarvan een deel een blanke man, die ik later herkende als [verbalisant 1] en die onze richting opliep, volgde en uitschold. Ik zag en hoorde dat [verbalisant 1] ernstig bedreigd werd. De personen die het meest agressief tegen [verbalisant 1] waren herkende ik als: [betrokkene 1] , [verdachte] , [betrokkene 2] en een man met rastaharen die later bleek te zijn [betrokkene 3] . Toen de menigte en [verbalisant 1] zich bij ons surveillanten hadden gevoegd, richtten zich een groot aantal personen tegen ons, geüniformeerde collega's. Op enig moment zag ik dat een voor mij onbekende persoon zijn arm uithaalde en [verbalisant 1] een klap tegen zijn hoofd gaf. Vervolgens zag ik dat [betrokkene 1] met een gestrekt been tegen [verbalisant 1] trapte. Ik zag dat [verdachte] , [betrokkene 3] en [betrokkene 2] zich ook met het gevecht gingen bemoeien. Ik zag dat een groot deel van de menigte op ons af kwam. Ik zag dat er flessen in mijn (onze) richting werden gegooid. Ik hoorde deze flessen tegen het dienstvoertuig kapotslaan. Ik voelde mij op dat moment ernstig bedreigd en vreesde voor mijn leven en dat van mijn collega's.
[betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [verdachte] kwamen terug naar ons en begonnen wederom tegen ons te schreeuwen en te schelden. Ik zag dat collega [verbalisant 3] werd belaagd door [verdachte] en heb mij bij haar gevoegd om haar te verdedigen. Vervolgens richtte [verdachte] zich tegen mij. Hij was zeer agressief en nam een zeer dreigende houding aan tegen mij. Tijdens het wegrijden werden er flessen naar ons gegooid welke ik op het dienstvoertuig kapot hoorde slaan.
3. Een proces-verbaal van bevindingen van 20 september 2014, inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de verbalisant, [verbalisant 3] , werkzaam bij het Korps Politie Caribisch Nederland:
Op 20 september 2014, omstreeks 01.03 uur, was ik samen met [verbalisant 2] en [verbalisant 4] in de dienstauto [A-000] . Wij ontvingen een melding van feveren en reden richting Kaya Grandi. Wij reden de straat bij de parkeerplaats van de MCB bank in en ik zag dat een groep jongens met een Nederlandse man aan het discussiëren was. Ik zei tegen mijn collega dat de Nederlandse man [verbalisant 1] is. Toen [verbalisant 1] in onze richting kwam, kwam de groep jongens achter [verbalisant 1] aan en begonnen allerlei dingen tegen ons te schreeuwen. Zij werden steeds agressiever. Ik zag [verdachte] , [betrokkene 1] , [betrokkene 4] , [betrokkene 3] en ene [betrokkene 5] voor mij. [betrokkene 1] had [verbalisant 1] geslagen. Op dat moment kregen de andere jongens de moed om [verbalisant 1] te duwen. Ik zag dat een fles in onze richting werd gegooid. Toen wij wegreden zagen wij dat ze flessen gooiden op onze dienstauto.
4. Een proces-verbaal van bevindingen van 20 september 2014, inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de verbalisant, [verbalisant 5] , werkzaam bij het Korps Politie Caribisch Nederland:
Op 20 september 2014 bevond ik verbalisant [verbalisant 5] mij samen met [verbalisant 6] in dienstvoertuig [B-000] . Wij ontvingen een melding van de Centrale Meldkamer om te gaan naar de naamloze verbindingsweg tussen Kaya Princes Marie en Kaya L.D. Gerharts wegens feveren. Bij aankomst ter plaatse zag ik dat een groep jongens een woordenwisseling had met mijn collega [verbalisant 1] . Vervolgens zag ik dat een onbekende man [verbalisant 1] met een gebalde vuist tegen zijn linkerzijde van zijn gezicht had geslagen. Hierna zag ik [betrokkene 1] [verbalisant 1] met gestrekt been slaan. Hierna zag ik dat, een groep mensen samen met [verdachte] en [betrokkene 2] op [verbalisant 1] afging in een dreigende gevechtshouding, om de veiligheid van [verbalisant 1] en mijn andere collega's had ik [verdachte] gepepperd om zijn agressieve gedrag af te breken. Een onbekende had een bierfles op ons gegooid. Hierna zag ik dat [verdachte] op collega [verbalisant 3] afging met een agressieve houding alsof hij met [verbalisant 3] wilde vechten. Ik zag dat [verdachte] kort hierna op [verbalisant 2] afging met een agressieve houding. Op een gegeven moment liepen wij allemaal naar ons dienstvoertuig en reden weg van de plaats delict. Tijdens het weggaan gooiden verschillende mensen bierflessen op de dienstvoertuigen.
5. De eigen waarneming van het Hof van de camerabeelden ter terechtzitting van 12 februari 2015. Op de beelden was te zien:
dat een groep mensen zich bevindt ter hoogte van de parkeerplaats naast de MCB te Playa, te weten op de naamloze verbindingsweg tussen Kaya Princes Marie en Kaya L.D. Gerharts. Dat vanaf het tijdstip 1:22:32 uur een confrontatie tussen de groep en een aantal politieagenten in uniform en politieagent in burger [verbalisant 1] aanvangt. Dat op het tijdstip 1:22:32 uur, 1:23:22 en 1:26:12 uur een man is te zien die zeer op verdachte lijkt. Dat deze man zich in de groep bevindt, op het moment dat [verbalisant 1] door één van de groepsleden wordt geduwd. Dat deze man nadien met een agressieve vechthouding, dreigend op [verbalisant 1] afloopt.
6. De verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 12 februari 2015, voor zover inhoudende, - zakelijk weergegeven - :
Ik was aanwezig toen het incident te Playa plaatsvond. Ik herken mezelf op de camerabeelden op het tijdstip 1:22:32 uur, 1:23:22 en 1:26:12 uur."