Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
14 maart 2017.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 9 november 2015 is gewezen. De verdachte, geboren in 1984, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat A.C. Huisman uit Deventer. De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de middelen van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat betekent dat er geen verdere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft op 14 maart 2017 het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en V. van den Brink. De uitspraak vond plaats ter openbare terechtzitting, waarbij de waarnemend griffier L. Nuy aanwezig was. De zaak betreft motiveringsklachten met betrekking tot de betrokkenheid van de verdachte bij de uitvoer van hennep en zijn deelname aan een criminele organisatie, en is samenhangend met meerdere andere zaken die eerder zijn behandeld.