ECLI:NL:HR:2017:460

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 maart 2017
Publicatiedatum
16 maart 2017
Zaaknummer
17/00582
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen uitspraak van de bestuursrechter

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 maart 2017 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van belanghebbende, Slowakije, tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant. De Rechtbank had op 20 januari 2017 het verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van 6 september 2016 gegrond verklaard. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling gekeken naar de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie. Volgens artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie kan de Hoge Raad alleen kennisnemen van cassatieberoepen tegen uitspraken van de bestuursrechter als dit bij wet is bepaald. In dit geval was er geen wettelijke basis die het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Rechtbank mogelijk maakte, waardoor de Hoge Raad het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard. Tevens heeft de Hoge Raad geen termen gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, en is openbaar uitgesproken op 17 maart 2017.

Uitspraak

17 maart 2017
Nr. 17/00582
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z], Slowakije (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Rechtbank Zeeland-West-Brabantvan 20 januari 2017, nr. BRE 16/4324, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank van 6 september 2016.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Ingevolge artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie neemt de Hoge Raad enkel kennis van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de bestuursrechter voor zover dit bij wet is bepaald. Er is geen wettelijke bepaling die beroep in cassatie openstelt tegen een uitspraak van de Rechtbank als de onderhavige, waarbij de Rechtbank een verzet gegrond heeft verklaard. Het beroep in cassatie dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 17 maart 2017.