In deze zaak, die op 20 januari 2017 door de Hoge Raad is behandeld, staat de vraag centraal of de in artikel 16c van de Auteurswet neergelegde beperking van het auteursrecht ook van toepassing is op reproducties die zijn gemaakt uit illegale bronnen. De zaak is een vervolg op eerdere uitspraken van de Hoge Raad en het Hof van Justitie van de Europese Unie. De Hoge Raad heeft in deze uitspraak geoordeeld dat de thuiskopieregeling niet geldt voor kopieën die zijn vervaardigd uit ongeoorloofde bronnen. Dit betekent dat bij de bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding geen rekening mag worden gehouden met schade die voortvloeit uit illegaal kopiëren, inclusief downloaden uit illegale bronnen.
De zaak betreft een cassatieprocedure waarin verschillende partijen, waaronder ACI ADAM B.V. en Stichting de Thuiskopie, betrokken zijn. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de kernklacht van de eisers gegrond is en dat het bestreden arrest van het gerechtshof niet in stand kan blijven. De Hoge Raad heeft de vordering van de eisers alsnog toegewezen, waarbij is bepaald dat de billijke vergoeding uitsluitend bedoeld is om het nadeel van de rechthebbenden te compenseren, zonder rekening te houden met schade door illegale reproducties.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten tussen de partijen gecompenseerd en de kosten van het geding in cassatie toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partij. Dit arrest heeft belangrijke gevolgen voor de interpretatie van de Auteurswet en de toepassing van de thuiskopieregeling in Nederland, vooral in het licht van de Europese richtlijnen.