Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het eerste middel
3.Beoordeling van de overige middelen
4.Slotsom
5.Beslissing
24 januari 2017.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 11 februari 2015 is gewezen. De verdachte, geboren in 1980, was betrokken bij een dodelijke schietpartij tijdens een kickboksgala in Zijtaart. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat J.J.J. van Rijsbergen. De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar alleen wat betreft de strafoplegging, en heeft verzocht om vermindering van de straf. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is overschreden. Dit is het gevolg van het feit dat de stukken te laat door het Hof zijn ingezonden. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de overschrijding van de redelijke termijn leidt tot een vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van twintig jaren. De overige middelen in het cassatieberoep zijn verworpen, omdat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft uiteindelijk de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en deze verminderd naar negentien jaren en zes maanden. Het beroep is voor het overige verworpen.