ECLI:NL:HR:2017:752

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 april 2017
Publicatiedatum
20 april 2017
Zaaknummer
16/00706
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht bedrijfsruimte en ontbinding huurovereenkomst na fraude in franchiseovereenkomst

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 april 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Kippersluis Supermarkt Biltstraat B.V. en Jumbo Supermarkten B.V. De zaak betreft een vordering van Kippersluis tot ontbinding van de (onder)huurovereenkomst en ontruiming van de winkelruimte, na de beëindiging van de franchiseovereenkomst met Jumbo. Deze beëindiging vond plaats naar aanleiding van de ontdekking van fraude. De centrale vraag in deze procedure was of het oordeel over de fraude in strijd is met de onschuldpresumptie en of een beding dat een tekortkoming in de samenwerkingsovereenkomst als een tekortkoming in de huurovereenkomst beschouwt, onder artikel 7:291 BW valt.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die door Kippersluis in het principale beroep zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 RO, wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Aangezien het principale beroep faalde, kwam het voorwaardelijk incidentele beroep van Jumbo niet aan de orde.

De Hoge Raad heeft Kippersluis in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Jumbo zijn begroot op € 848,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Deze uitspraak is gedaan door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, en openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

21 april 2017
Eerste Kamer
16/00706
LZ/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
KIPPERSLUIS SUPERMARKT BILTSTRAAT B.V.,
gevestigd te Utrecht,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. M.E. Bruning,
t e g e n
JUMBO SUPERMARKTEN B.V., voorheen Super De Boer Winkels B.V.,
gevestigd te Veghel,
VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. J.H.M. van Swaaij.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Kippersluis en Jumbo.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaken 818956 UC EXPL 12-9491 en 812795 UC EXPL 12-7540 van de kantonrechter te Utrecht van 10 oktober 2012 en 24 april 2013;
b. de arresten in de zaak 200.132.243 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 september 2013, 3 februari 2015 en 8 september 2015.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof van 8 september 2015 heeft Kippersluis beroep in cassatie ingesteld. Jumbo heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.
De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor Jumbo mede door mr. J.M. Moorman.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep en tot het niet bespreken van het incidenteel cassatieberoep.
De advocaat van Kippersluis heeft bij brief van 31 maart 2017 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel in het principale beroep

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Nu het middel in het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het principale beroep;
veroordeelt Kippersluis in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Jumbo begroot op € 848,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
21 april 2017.