Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3.Beoordeling van het middel
Hij was tot de moord aangezet door een vriend en een vriendin; zij zijn veroordeeld voor het medeplegen van het opzettelijk uitlokken van de moord.
De rechtbank heeft [eiser] c.s., q.q. en pro se, bij verstek veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding.
Onderdeel 2 klaagt, kort gezegd, dat het hof heeft miskend dat ouders die pro se in hun eigen vermogen tot schadevergoeding worden aangesproken, voldoende belang in de zin van art. 3:303 BW hebben bij het betwisten van de aansprakelijkheid als bedoeld in art. 6:169 lid 2 BW, ongeacht of zij voor die aansprakelijkheid zijn verzekerd. De onderdelen lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
4.Beslissing
21 april 2017.