ECLI:NL:HR:2018:1130

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 juli 2018
Publicatiedatum
9 juli 2018
Zaaknummer
16/05938
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke vernietiging van de bewezenverklaring van beschadiging van een gehuurde woning met hennepkwekerij

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juli 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam. De verdachte was in cassatie gegaan tegen een veroordeling voor het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van een gehuurde woning waarin een hennepkwekerij was gevestigd. De Hoge Raad oordeelde dat de bewijsvoering van het Hof onvoldoende was om te concluderen dat de verdachte verantwoordelijk was voor de beschadigingen aan de woning. Het Hof had enkel vastgesteld dat de verdachte in de woning woonde en daar hennepplanten aanwezig had, maar had niet aangetoond dat hij ook de vernielingen had gepleegd. Hierdoor was de bewezenverklaring onvoldoende gemotiveerd. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak gedeeltelijk vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling van de zaak met betrekking tot de beschadiging van de woning en de strafoplegging. De overige middelen van cassatie werden verworpen.

Uitspraak

10 juli 2018
Strafkamer
nr. S 16/05938
LBS/IV
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 21 oktober 2016, nummer 23/000461-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft M.S. Kikkert, advocaat te Haarlem, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 3 ten laste gelegde en de strafoplegging, tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het tweede middel
2.1.
Het middel klaagt dat de bewezenverklaring van feit 3 niet uit de bewijsvoering kan worden afgeleid.
2.2.1.
Ten laste van de verdachte is onder 3 bewezenverklaard dat:
"hij in de periode van 1 juli 2012 tot en met 14 december 2012 te Nieuw-Vennep, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk en wederrechtelijk in een door hem, verdachte, gehuurde woning aan de [a-straat 1], een of meer kozijn(en) en/of wand(en) en/of vloer(en) en/of plafond(s), geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene 1], heeft vernield en/of beschadigd, door een of meer ra(a)m(en) dicht te timmeren en/of te kitten en/of een of meer gat(en) in/door (een) wand(en) en/of (een) plafond(s) te maken en/of (een grote hoeveelheid) water langs (een) wand(en) en/of over (een) vloer(en) te laten lopen."
2.2.2.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer PL1236 2012127396-7 van 14 december 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar (pag. 56 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 14 december 2012 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van de verdachte:
Ik sta ingeschreven op het adres [b-straat 1] te Hoofddorp. Ik woon in Nieuw-Vennep aan de [a-straat 1]. Ik woon alleen op beide adressen.
2. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1236 2012127396-4 van 14 december 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren (pag. 72 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisanten:
Op vrijdag 14 december 2012 hebben wij de woning aan de [a-straat 1] te Nieuw-Vennep betreden. Wij zagen dat er een man op een stoel in de woning zat. Wij hebben de man gevraagd of in deze woning hennep wordt vervaardigd. De man gaf aan dat dit gebeurde op de bovenverdieping. Wij troffen op de eerste en tweede etage verschillende kamers aan welke waren ingericht tot hennepplantage. Wij zagen dat de planten in volle bloei waren. In de woning werd vervolgens aangehouden: [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1966 te [geboorteplaats], woonachtig op de [b-straat 1] te Hoofddorp.
3. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1236 2012127396-8 van 14 december 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar (pag. 78 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Op vrijdag 14 december 2012 begaf ik mij in de woning aan de [a-straat 1] te Nieuw-Vennep en stelde een onderzoek in. Ik zag dat in de slaapkamer op de eerste etage aan de achterzijde een hennepplantage was gebouwd en in werking was. In deze kweekruimte werden 170 hennepplanten geteeld. Ik zag tevens dat de gehele zolderetage was verbouwd en in gebruik was als hennepkwekerij en dat deze in werking was. In deze ruimte stonden 252 hennepplanten.
4. Een proces-verbaal van aangifte met nummer PL1236 2012128838-1 van 21 december 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar (pag. 234 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 18 december 2012 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van [betrokkene 2]:
Mijn zus is de eigenaar van de woning gelegen aan de [a-straat 1] te Nieuw-Vennep, gemeente Haarlemmermeer en de woning is verhuurd aan [verdachte]. Toen ik in de woning kwam, zag ik dat er een in werking zijnde hennepkwekerij geweest was. Ik zag dat in de meterkast de meter was verwijderd. In de meterkast waren ook gaten naar boven geboord. In de eerste slaapkamer waren alle kozijnen dichtgetimmerd met playwoodhout en er zaten veel gaten in alle muren. De vloer was ook beschadigd. De tweede slaapkamer was volgens mij de kweekplaats, er hingen veel lampen aan het plafond en een soort stoppenkast hing aan de wand. De ramen waren dichtgetimmerd en de kozijnen waren vernield. Ik zag dat er in diverse wanden gaten geboord waren om de stroomkabels doorheen te trekken. Tevens was er een groot gat gezaagd in de wand tussen twee slaapkamers. Hier liepen diverse slangen door, die aangesloten waren op een afzuigingsysteem. Ik zag ook dat de vloer was beschadigd. De vloer was opgezwollen van het opzuigen van het water en het water liep langs de muur tot beneden. Bij de derde slaapkamer waren de deurkozijnen dichtgetimmerd en in de vloer kwam veel vocht naar boven. In de badkamer waren ook veel vernielingen. In de hal was het ook dichtgetimmerd en alle muren waren met kitmateriaal afgekit. De trappen waren getimmerd en beschadigd van het kitmateriaal. Op de zolder waren de leuningen van de trappen, de traphekken en de gipswanden verwijderd. Er hing aan het plafond delen van de elektra vastgeschroefd. In het plafond zaten vier grote gaten tot aan de dakpannen van het dak. De hele elektra van het huis is vernield.
5. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1236 2012127532-4 van 14 december 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar (pag. 108 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
De verdachte [verdachte] bleek de huurder te zijn van twee woningen en stond ingeschreven volgens het bevolkingsregister op het adres [b-straat 1] te Hoofddorp. In de woning aan de [a-straat 1] werd een kassabon aangetroffen van een bouwmarkt gedateerd in maart 2012 en het betrof aankopen van bouwmateriaal. In maart 2012 was [verdachte] nog geen huurder van de woning in Nieuw-Vennep en derhalve vermoedde ik dat deze aankoopbon mogelijk was bestemd voor aankopen voor het opzetten van een kwekerij op het adres [b-straat 1] in Hoofddorp. Verdachte [verdachte] verklaarde dat er ook in die woning een hennepkwekerij was gebouwd.
6. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1236 2012127396-25 van 19 december 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar (pag. 112 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Op 14 december 2012 is onderzoek verricht in een pand, gelegen aan de [b-straat 1] te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer. Nadat ik de deur had geopend, zag ik verbalisant, een in werking zijnde hennepkwekerij in de woning. De kwekerij was ondergebracht in de woonkamer van de woning. In totaal stonden er 206 plantenbakken met daarin totaal 230 hennepplanten."
2.2.3.
Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring van feit 3 voorts het volgende overwogen:
"Ter terechtzitting heeft de raadsman - op gronden als nader weergegeven in zijn ter terechtzitting in hoger beroep overgelegde pleitnota - betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 3 ten laste gelegde. Op basis van de stukken kan immers niet worden vastgesteld dat de verdachte de vernielingen heeft gepleegd dan wel samen met anderen die vernielingen heeft gepleegd.
Het hof overweegt als volgt.
In de woning die de verdachte huurde aan de [a-straat 1] te Nieuw-Vennep, gemeente Haarlemmermeer is een hennepkwekerij opgezet en geëxploiteerd. De verdachte was de enige bewoner van de woning. Gelet hierop houdt het hof het ervoor dat de verdachte alleen verantwoordelijk is geweest voor de ter plaatse geconstateerde vernielingen en beschadigingen die klaarblijkelijk zijn veroorzaakt bij het opzetten van de hennepkwekerij. Dat de verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met anderen bij het opzetten van de hennepkwekerij is onvoldoende gemotiveerd gesteld en niet gebleken. Wat betreft het standpunt van de verdediging dat de verdachte onder druk van anderen zijn woning ter beschikking heeft gesteld voor de hennepkwekerij verwijst het hof naar hetgeen is overwogen onder het kopje 'psychische overmacht'."
2.3.
Uit de hiervoor weergegeven bewijsvoering kan niet volgen dat het de verdachte is geweest die de onder 3 bewezenverklaarde gedragingen ten aanzien van de beschadiging van de woning aan de [a-straat 1] te Nieuw-Vennep heeft verricht, nu het Hof te dien aanzien naar de kern genomen niet meer heeft vastgesteld dan dat de verdachte woonde in die gehuurde woning en hij aldaar opzettelijk hennepplanten aanwezig heeft gehad. Het Hof heeft de bewezenverklaring derhalve onvoldoende gemotiveerd, zodat het middel doel treft.

3.Beoordeling van het eerste middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat de overige middelen geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.

5.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 3 tenlastegelegde en de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier A. El Mokhtari, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
10 juli 2018.