Uitspraak
gevestigd te Amersfoort,
gevestigd te Baarn,
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
gevestigd te Utrecht,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
23 november 2018.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 november 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door D-Age B.V., Diavolezza B.V., en twee eisers tegen Nethave N.V. De zaak betreft een schadevergoedingsvordering die voortvloeit uit de schending van een in een vaststellingsovereenkomst opgenomen procedeerverbod. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Rotterdam en een arrest van het gerechtshof Den Haag, waaruit blijkt dat de eisers in feitelijke instanties al eerder hun gelijk hebben geprobeerd te halen.
De eisers hebben beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, waarbij Nethave een verweerschrift heeft ingediend. De advocaten van beide partijen hebben de zaak toegelicht, waarbij de conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, en dat daarom geen nadere motivering vereist is.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de eisers veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 8.773,34, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer M.V. Polak.