ECLI:NL:HR:2018:551

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 april 2018
Publicatiedatum
10 april 2018
Zaaknummer
16/01293
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep ingetrokken na vernietiging door de Advocaat-Generaal; beoordeling van bewijsmiddelen en bewezenverklaring

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 april 2018 uitspraak gedaan in een cassatieberoep dat was ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte had beroep in cassatie ingesteld na een eerdere uitspraak van het hof op 2 maart 2016. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof voor herbehandeling van de zaak. Echter, het beroep in cassatie werd ingetrokken na de conclusie van de Advocaat-Generaal, wat leidde tot de vraag of de Hoge Raad de zaak nog kon afdoen op basis van het bestaande beroep.

De Hoge Raad oordeelde dat de aanvulling van gebezigde bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring ontbrak in de stukken die aan de Hoge Raad waren gezonden. Dit was in strijd met de wettelijke vereisten, zoals vastgelegd in artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad concludeerde dat het hof niet de benodigde bewijsmiddelen had opgenomen die essentieel waren voor de bewezenverklaring, waardoor het middel slaagde. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling.

Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige bewijsvoering en de noodzaak voor hoven om alle relevante bewijsmiddelen op te nemen in hun uitspraken, zodat de rechtsgang gewaarborgd blijft en de verdachte een eerlijk proces krijgt.

Uitspraak

17 april 2018
Strafkamer
nr. S 16/01293
ES/SG
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 2 maart 2016, nummer 20/000122-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft C.P. Zwaanswijk, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
Het beroep is ingetrokken nadat de Advocaat-Generaal ter terechtzitting van de Hoge Raad van 28 november 2017 zijn conclusie had genomen en derhalve na de aanvang van de behandeling van het beroep als bedoeld in art. 453 Sv. Gelet op art. 4.4.2 van het Procesreglement Hoge Raad der Nederlanden zal de Hoge Raad de zaak op het bestaande beroep afdoen.

2.Beoordeling van het tweede middel

2.1.
Het middel klaagt dat het bewezenverklaarde feit niet kan worden afgeleid uit de gebezigde bewijsmiddelen en de bewezenverklaring daarom niet naar de eis der wet met redenen is omkleed.
2.2.
Het bestreden arrest houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, het volgende in:
"Indien tegen dit verkort arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort arrest. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort arrest gehecht."
2.3.1.
De in dit arrest vermelde aanvulling van gebezigde bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring als bedoeld in artikel 365a, tweede lid, Sv ontbreekt bij de aan de Hoge Raad gezonden stukken. Blijkens de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 5 is zo een aanvulling door het Hof niet opgemaakt.
2.3.2.
Nu het Hof in strijd met art. 359, derde en achtste lid, Sv geen bewijsmiddelen heeft opgenomen houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden, slaagt het middel voor zover het inhoudt dat de bewezenverklaring niet uit de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid.
2.4.
Het middel is terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, de overige middelen geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien en M.T. Boerlage, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
17 april 2018.