Uitspraak
wonende te [woonplaats],
1.Het geding in feitelijke instantie
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
acting outgedrag en zelfbeschadiging”. Als belangrijkste diagnose is ‘verstandelijke handicap’ aangekruist.
medical expert’is opgesteld. Art. 5 lid 1, onder e, EVRM vereist een verklaring van een ‘
medical expert’ voor vrijheidsbeneming van personen ‘
of unsound mind’. Ook het (impliciete) oordeel dat is voldaan aan de eis van art. 16 Wet Bopz in verbinding met art. 5 lid 1, tweede volzin, en lid 3, derde volzin, Wet Bopz getuigt volgens het middel van een onjuiste rechtsopvatting. Met name heeft de rechtbank in haar oordeel miskend dat de betrokkene door een arts verstandelijk gehandicapten had moeten worden onderzocht, nu deze de specialist (‘
medical expert’) is als het gaat om de opname of het verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis van een verstandelijk gehandicapte persoon bij wie de verstandelijke beperking als de belangrijkste diagnose is gesteld.
Met die wet is beoogd een wettelijke basis in de Wet Bopz op te nemen voor beoordelingen door de arts voor verstandelijk gehandicapten en de specialist ouderengeneeskunde, elk op zijn eigen deskundigheidsterrein en hen daarvan niet langer uit te sluiten. Het is niet de doelstelling van die wet de bevoegdheden van de psychiater te beperken. (Kamerstukken II 2012/13, 33507, nr. 6, p. 14)
medical expert’ dient te zijn opgesteld en heeft terecht geoordeeld dat aan die eis is voldaan. Als een geneeskundige verklaring omtrent een stoornis van de geestvermogens in overeenstemming met art. 16 lid 2 Wet Bopz in verbinding met art. 5 lid 1, tweede volzin, en lid 3, derde volzin, Wet Bopz is opgesteld door een psychiater, zoals in dit geval is gebeurd, is voldaan aan de eis van ‘
objective medical expertise’ en bestaat geen strijd met art. 5 lid 1, onder e, EVRM (vgl. EHRM 24 oktober 1979, ECLI:NL:XX:1979:AC6700, NJ 1980/114, rov. 39).
4.Beslissing
4 mei 2018.