ECLI:NL:HR:2018:685

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 mei 2018
Publicatiedatum
3 mei 2018
Zaaknummer
17/03285
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopig deskundigenbericht in hoger beroep wegens gebrek aan voldoende belang

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 mei 2018 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [verzoeker] tegen de beschikking van het gerechtshof Amsterdam. Het hof had eerder op 25 april 2017 een beschikking gegeven in een hoger beroep, waartegen [verzoeker] cassatie heeft ingesteld. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam van 20 augustus 2014 en 29 juni 2016, die relevant zijn voor het verloop van het geding. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in lijn met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat de Hoge Raad niet verplicht is om nadere motivering te geven als de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt [verzoeker] in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Capgemini zijn begroot op € 851,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.

Uitspraak

4 mei 2018
Eerste Kamer
17/03285
LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. S.M. Kingma,
t e g e n
CAPGEMINI NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M. Ynzonides.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en Capgemini.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak C/13/565797/HA ZA 14-542 van de rechtbank Amsterdam van 20 augustus 2014 en 29 juni 2016;
b. de beschikking in de zaak 200.199.391/01 van het gerechtshof Amsterdam van 25 april 2017.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
Capgemini heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-GeneraalM.H. Wissink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [verzoeker] heeft bij brief van 23 maart 2018 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [verzoeker] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Capgemini begroot op € 851,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op
4 mei 2018.