ECLI:NL:HR:2018:735

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 mei 2018
Publicatiedatum
18 mei 2018
Zaaknummer
16/06048
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwerven en in het bezit hebben van kinderporno en feitelijke aanranding van de eerbaarheid

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 21 juli 2016 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte. De verdachte is in deze zaak aangeklaagd voor het verwerven en in het bezit hebben van kinderporno, zoals geregeld in artikel 240b, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, en voor feitelijke aanranding van de eerbaarheid, zoals geregeld in artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht. De verdediging heeft middelen van cassatie voorgesteld, waarbij onder andere werd betoogd dat het Hof onterecht gebruik heeft gemaakt van eigen waarnemingen die niet tijdens de terechtzitting zijn gepresenteerd. De Hoge Raad heeft op 22 mei 2018 uitspraak gedaan en geoordeeld dat het Hof zijn eigen waarneming zonder schending van enige rechtsregel in de bewijsvoering heeft kunnen betrekken. De Hoge Raad oordeelde dat de verdediging niet is verrast door het gebruik van deze waarneming voor het bewijs, omdat zij hiermee rekening had moeten houden. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de verdachte, en concludeert dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, zonder dat verdere motivering noodzakelijk is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

22 mei 2018
Strafkamer
nr. S 16/06048
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 21 juli 2016, nummer 21/007081-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft S.F.W. van 't Hullenaar, advocaat te Arnhem, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
22 mei 2018.