ECLI:NL:HR:2018:824

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 juni 2018
Publicatiedatum
5 juni 2018
Zaaknummer
16/04607
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen poging woninginbraak en bewijsvoering in strafzaken

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, dat op 1 september 2016 is gewezen. De verdachte, geboren in 1996, is aangeklaagd voor medeplegen van poging tot woninginbraak, zoals omschreven in artikel 311, lid 1, onder 4 en 5 van het Wetboek van Strafrecht. De verdediging heeft in cassatie klachten ingediend met betrekking tot het bewijs van het medeplegen en de vraag of het niet bewezen verklaarde nachtelijke tijdstip door het Hof als strafverzwarende omstandigheid kon worden aangemerkt. De advocaat van de verdachte, K.Y. Ramdhan, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft op 5 juni 2018 het beroep verworpen, en het arrest is gewezen door vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in aanwezigheid van de waarnemend griffier H.J.S. Kea.

Uitspraak

5 juni 2018
Strafkamer
nr. S 16/04607
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 1 september 2016, nummer 23/003012-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1996.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft K.Y. Ramdhan, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 juni 2018.