ECLI:NL:HR:2018:827

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 juni 2018
Publicatiedatum
5 juni 2018
Zaaknummer
17/02571
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie in strafzaak betreffende illegale handel in uitheemse diersoorten en valsheid in geschrift

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 juni 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1961, was betrokken bij illegale handel in uitheemse diersoorten, waaronder katachtigen en vogels. De zaak betrof onder andere het niet deugdelijk bijhouden van administratie met betrekking tot verschillende vogels en het niet bewaren van alle benodigde documentatie, wat in strijd was met de Flora- en faunawet en de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. De verdachte werd ook beschuldigd van valsheid in geschrift en deelname aan een criminele organisatie.

De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen, waarbij de middelen van cassatie die door de advocaat van de verdachte, N. Wouters, waren voorgesteld, niet tot cassatie konden leiden. De Advocaat-Generaal A.J. Machielse had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad oordeelde dat de middelen geen nadere motivering behoefden, aangezien ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak is gedaan door de vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

5 juni 2018
Strafkamer
nr. S 17/02571 E
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, Economische Kamer, van 18 januari 2017, nummer 21/003541-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft N. Wouters, advocaat te Middelburg, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsvrouwe heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 juni 2018.