Uitspraak
gevestigd te Terneuzen,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
8 juni 2018.
Hoge Raad
In deze zaak heeft HRC N.V., gevestigd te Terneuzen, beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. Het hof had op 7 februari 2017 een uitspraak gedaan in een geschil over de declaratie van een Belgisch advocatenkantoor, waarbij Belgisch recht van toepassing was. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen, waaronder een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 16 september 2015. De advocaat van HRC, mr. J. van Weerden, heeft het cassatieberoep ingesteld, maar de verweerster, gevestigd in België, is niet verschenen. De conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber was om het cassatieberoep te verwerpen.
De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. Volgens artikel 81 lid 1 RO was er geen noodzaak voor nadere motivering, omdat de klachten niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en HRC veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster op nihil zijn begroot. Deze uitspraak is gedaan op 8 juni 2018 en is openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek.