2.2.2.Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL133G-2013304641-10 van 11 december 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van de verbalisanten (of één van hen):
Op 11 december 2013 reden wij in burger gekleed, belast met een speciale opdracht, in een niet herkenbaar politievoertuig op de openbare weg, Scheldestraat te Amsterdam. Aldaar zagen wij een personenauto rijden voorzien van het kenteken [AA-00-BB]. Wij wilden het voertuig stilzetten en controleren op rij- en kentekenbewijs. Derhalve hebben wij het voertuig een stopteken gegeven waar gehoor aan werd gegeven op de openbare weg, Hobbemakade te Amsterdam.
Ik, [verbalisant 2], heb de bestuurder vervolgens aangesproken en zijn rij- en kentekenbewijs gevorderd. De bestuurder overhandigde mij een rijbewijs op naam van [betrokkene 1]. Ik zag dat de foto op het rijbewijs niet overeenkwam met de persoon welke voor mij stond. Ik heb de bestuurder meerdere malen gevraagd of hij deze persoon was. De bestuurder gaf telkens aan dat hij degene was welke op het rijbewijs staat.
Tijdens het gesprek met de verdachte bemerkte ik dat de ogen van de verdachte bloeddoorlopen waren en zijn adem riekte naar het inwendig gebruik van een alcoholhoudende stof. Hierop heb ik de verdachte medegedeeld dat hij ook is aangehouden terzake rijden onder invloed en terzake opgeven valse naam en verduistering.
2. Een proces-verbaal van bevinding en voorgeleiding i.v.m. aanhouding met nummer PL33F-2013304641-3 van 11 december 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van de verbalisant:
Op 11 december 2013 werd voor mij, [verbalisant 3], inspecteur van Politie Amsterdam-Amstelland, hulpofficier van justitie, op de locatie Ferdinand Bolstraat 190192, 1072 LW Amsterdam, geleid een verdachte welke weigerde een naam op te geven aan mij, bij de inboeking en voorgeleiding. Hij werd verdacht van overtreding van artikel 227a Wetboek van Strafrecht (valse identiteit opgeven).
Wel had de man een oud rijbewijs hij zich. De (pas)foto op dit rijbewijs toonde in het geheel niet de gelijkenis zoals het gelaat van verdachte. Ik heb verdachte ingeboekt als NN (BVH Nn p1133f m 131211 0123). Ik heb de verdachte vervolgens medegedeeld de reden van zijn aanhouding en voorgeleiding. Verdachte gaf aan niet mee te willen werken aan zijn voorgeleiding en het opgeven van zijn juiste identiteitsgegevens.
De verdachte onderging vervolgens een insluitingsfouillering. Hierbij legde hij verschillende papieren op de balie. Hierbij zat een verzekeringspas op naam van [betrokkene 1]. Vervolgens bleek uit onderzoek in de verschillende politiesystemen dat de verdachte was genaamd:
Achternaam : [verdachte]
Voornaam : [voornaam verdachte]
Tevens bleek hierbij dat de verdachte stond gesignaleerd en dat zijn rijbewijs was ingevorderd.
3. Een proces-verbaal van 11 december 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van de verbalisant:
Ik verklaar dat de op deze foto afgebeelde persoon [foto PL12HL:09:00308 (07-05-2009) onderschrift [verdachte], geboren [geboortedatum]-1986 te [geboorteplaats]] en de in het proces-verbaal, nummer 201330464-1 genoemde verdachte, qua uiterlijk een en dezelfde persoon is en dat de uiterlijke kenmerken van de verdachte overeenkomen met geplaatste foto, welke foto gelijkend is met de aangehouden verdachte. Het betreft hierbij een en dezelfde persoon.
4. Het besluit van het CBR van 15 augustus 2011 met nummer 2011001544, betreffende vorderingsprocedure volgens de artikelen 130-134a Wegenverkeerswet 1994, namens de algemeen directeur van het CBR, opgemaakt door [betrokkene 2], manager Vorderingen, divisie Rijgeschiktheid.
Dit besluit houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Het CBR heeft [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1986, een onderzoek opgelegd om te beoordelen of voldaan is aan de geschiktheidseisen om een motorrijtuig te besturen. De keurend arts heeft de onderzoeksresultaten vastgelegd in een verslag van bevindingen. Na ontvangst van dit verslag hebben wij de uitslag van het onderzoek vastgesteld. Deze uitslag hebben wij aan u bekend gemaakt op 22 juli 2011.
Besluit
Uw rijbewijs (het hof begrijpt: categorie BE) is ongeldig vanaf de zevende dag na dagtekening van dit besluit.
Samengevat
U voldoet niet aan de eisen van geschiktheid.
Uw rijbewijs is ongeldig verklaard voor alle categorieën.
5. Een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 1 november 2016, de verdachte betreffend.
Dit uittreksel houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Datum beslissing: 13 maart 2012 Politierechter Utrecht
Feit 2: artikel 9 lid 2 Wegenverkeerswet 1994
Status: onherroepelijk 9 april 2013
Beslissing: 15 maanden ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen; executie 6 november 2013 - 10 februari 2015."