ECLI:NL:HR:2019:1031

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 juni 2019
Publicatiedatum
25 juni 2019
Zaaknummer
17/04978
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over mishandeling en bewijsvoering in Amsterdam

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, dat op 27 september 2017 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1965, was aangeklaagd voor mishandeling, specifiek voor het slaan van een ander persoon op straat in Amsterdam, wat valt onder artikel 300.1 van het Wetboek van Strafrecht. De verdediging voerde aan dat de verklaring van de verbalisant onjuist was gedentificeerd en dat de verklaring van de aangeefster niet als bewijs had mogen worden gebruikt, omdat de verdachte niet in de gelegenheid was gesteld om haar te ondervragen. Het Hof had het verzoek om de aangeefster ter zitting te horen afgewezen.

De Hoge Raad, onder leiding van vice-president W.A.M. van Schendel, heeft het beroep in cassatie verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de middelen van cassatie niet tot cassatie konden leiden en dat er geen verdere motivering nodig was, aangezien de middelen niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak werd gedaan op 25 juni 2019, en de conclusie van de Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken was om het beroep te verwerpen. Dit arrest is openbaar uitgesproken en maakt deel uit van de rechtspraak.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer17/04978
Datum25 juni 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 27 september 2017, nummer 23/004632-14, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965,
hierna: de verdachte.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft P.H.L.M. Souren, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier B.C. Broekhuizen-Meuter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
25 juni 2019.