2.2.2Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] , hoofdagent van politie, opgemaakt proces-verbaal, genummerd PL0600-201540297-1, gedateerd 27 juni 2016, dossierpagina 1-5, voor zover inhoudende als relaas en/of bevindingen van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 18 augustus 2015 stelde ik een onderzoek in op het adres [a-straat 1] te Enschede. Het bleek dat op genoemd adres een hennepkwekerij aanwezig was, waarvan de planten kennelijk waren geoogst.
In kweekruimte 1 stonden 126 vierkante kunststof kweekpotten. Elke kweekpot was gevuld met potaarde en zat een restant in van een hennepplant.
In kweekruimte 2 stonden 126 vierkante kunststof kweekpotten. Elke kweekpot was gevuld met potaarde en zat een restant in van een hennepplant.
In kweekruimte 3 stonden 126 vierkante kunststof kweekpotten. Elke kweekpot was gevuld met potaarde en zat een restant in van een hennepplant.
Ik constateerde op grond van mijn kennis en ervaring opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen dat het hennepplanten waren.
De stroomvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door de fraude-inspecteur bij de netwerkbeheerder Enexis. Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de kwekerij illegaal werd afgenomen.
[betrokkene 1] is eigenaar van de woning [a-straat 1] .
[verdachte] was volgens het door [betrokkene 1] aangeleverde huurcontract huurder van de woning [a-straat 1] te Enschede.
2. De aangifte van Enexis B.V., opgemaakt door [betrokkene 2] , medewerker Beheersen Netverlies Enexis B.V., gedateerd 24 augustus 2015, dossierpagina 16-18, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op verzoek van politieambtenaar [verbalisant 2] is op 18 augustus 2015 door de fraude-inspecteur van Enexis B.V. een onderzoek ingesteld naar de meetinrichting in perceel [a-straat 1] te Enschede.
De fraude-inspecteur constateerde op 18 augustus 2015 verboden handelingen aan de elektriciteitsinstallatie en trof het volgende aan: illegale aftakking gemaakt op de aansluitkabel binnen. Door de manipulatie werd afgenomen elektriciteit ten behoeve van de hennepplantage niet correct via de elektriciteitsmeter geregistreerd.
De fraudespecialist en de eerder genoemde politieambtenaar hebben aan de hand van indicatoren vastgesteld dat er sprake is geweest van 1 volledige kweek van 63 dagen.
3. Het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] , hoofdagent van politie, opgemaakt proces-verbaal, genummerd PL0600-2015402927-1, gedateerd 27 juni 2016, dossierpagina 55‑61, voor zover inhoudende als relaas en/of bevindingen van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Ontnemingsperiode: van 8 juni 2015 tot 18 augustus 2015. Deze periode beslaat 10 weken. Op 18 augustus 2015 werd door mij een reeds geoogste hennepkwekerij aangetroffen aan de [a-straat 1] . Omdat niet precies valt vast te stellen wanneer de hennepplanten geoogst zijn, heb ik de einddatum van de ontnemingsperiode vastgesteld op 18 augustus 2016.
De gemiddelde kweekcyclus is volgens rapport BOOM (het hof begrijpt: het rapport ‘Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerijen onder kunstlicht’ van het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie van 1 november 2010) 10 weken. Het is aannemelijk dat sprake is geweest van één eerdere oogst.
4. Het als bijlage bij het in de wettelijke vorm door [verbalisant 3] , hoofdagent van politie, opgemaakt hoofdproces-verbaal, genummerd PL0600-2015402927, gedateerd 27 oktober 2016, gevoegde huurcontract, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Verhuurder: [betrokkene 1]
Huurder: [verdachte] , [b-straat 1] te Enschede
Adres gehuurde: [a-straat 1] te Enschede
De ingangsduur van de overeenkomst is 01-04-2015.
De einddatum van de overeenkomst is 01-04-2016.
Aldus voor bepaalde tijd overeengekomen.
Enschede, 30-3-2015
5. Het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] , hoofdagent van politie, opgemaakt proces-verbaal, genummerd PL0600-2015402927-14, gedateerd 27 oktober 2015, dossierpagina 51-52, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik ben [verdachte] en ik woon aan de [b-straat 1] te Enschede. Ik heb het huurcontract getekend van de [a-straat 1] .
6. De kennisgeving van inbeslagneming, gedateerd PL0600-2015402927-2, gedateerd 18 augustus 2015, dossierpagina 34-38, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Inbeslagneming
Plaats: [a-straat 1] Enschede
Datum: 18 augustus 2015
Omstandigheden: Op 18 augustus 2015 werd in perceel [a-straat 1] te Enschede een inwerking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. In deze woning stonden hennepplanten. In de kweekruimten werden sporendragers aangetroffen. Deze goederen zijn in beslag genomen.
Goednummer: PL0600-2015402927-869489
Aantal/eenheid: 1 rietje
Bijzonderheden: rietje, aangetroffen in kweekruimte
7. Een schriftelijk bescheid als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 van het Wetboek van Strafvordering, opgemaakt door [verbalisant 4] , forensisch onderzoeker en buitengewoon opsporingsambtenaar van politie, genummerd PL0600-2015402927-11, gedateerd 30 september 2015, voor zover inhoudende als relaas en/of bevindingen van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 30 september 2015 werd door mij een forensisch onderzoek naar biologische sporen verricht aan sporendragers in verband met het aantreffen van het vervaardigen softdrugs op 17 (het hof begrijpt: 18) augustus 2015 aan de [a-straat 1] te Enschede.
Sporendragers
Goednummer: PL0600-2015402927-869489
SIN: AAGW0702NL
Relatie met SIN: AAIW3340NL
Aantal/eenheid: 1 rietje
Bijzonderheden: rietje, aangetroffen in kweekruimte
Ik zag dat sporendrager met SIN AAGW0702NL een rietje betrof. Ik heb deze sporendrager bemonsterd op de mogelijke aanwezigheid van speeksel.
Biologische sporen
SIN: AAIW3340NL
Relatie met SIN: AAGW0702NL
Spooromschrijving: speeksel
8. Het rapport ‘DNA-onderzoek aan een referentiemonster van een veroordeelde’ van het Nederlands Forensisch Instituut van 17 juli 2017, opgemaakt door [betrokkene 3] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Aan het referentiemonster wangslijmvlies RABM8595NL van de veroordeelde [verdachte] is DNA-onderzoek verricht. Van het DNA in dit referentiemonster is een DNA-profiel verkregen. Het DNA-profiel RABM8595NL van de veroordeelde [verdachte] is op 13 juli 2017 opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken en wordt sindsdien vergeleken met de daarin aanwezige DNA-profielen. Bij deze vergelijking is één match gevonden. Deze matchende DNA-profielen zijn geregistreerd onder DNA-profielcluster 40423.
Bovenstaande betekent dat DNA in het sporenmateriaal met het identiteitszegel AAIW3340NL#01, uit DNA-profielcluster 40423, afkomstig kan zijn van de veroordeelde [verdachte] .
DNA-profielcluster 40423
Omschrijving onderzoeksmateriaal: een referentiemonster wangslijmvlies van [verdachte] (geboren op 19 mei 1967)
DNA-identiteitszegel: RABM8595NL
Omschrijving onderzoeksmateriaal: een bemonstering
DNA-identiteitszegel: RABM8595NL
Soort DNA-profiel: enkelvoudig DNA-profiel
Matchkans DNA-profiel: kleiner dan één op één miljard.”