“De rechter:
Ik kom met u praten of u langer in het psychiatrisch ziekenhuis moet blijven.
De betrokkene:
Ik ga mij op preliminaire verweren beroepen. Heeft u onderzocht of het Openbaar Ministerie ontvankelijk is en of deze rechtbank bevoegd is.
De rechter:
Ja.
De betrokkene:
Ik ben al drie jaar bezig om inzage in mijn dossier van GGZ Rivierduinen te krijgen.
De rechter:
Dat is nu niet aan de orde.
De betrokkene:
Ik ga u nu wraken, als u mij niet wilt laten uitspreken.
De advocaat tegen haar cliënt:
Als u de rechter wraakt dan krijgen we nu een probleem en dan gaat het langer duren.
De betrokkene:
Nee, ze kunnen mij hier niet verzorgen, ik ben grieperig.
De advocaat:
U zegt wraken, dan moet er sprake zijn van een vooringenomenheid van de rechter. Tot nu toe heeft u gesproken en de rechter niet. Sowieso gaat het dan langer voor u duren en moet u langer wachten. Dan kunnen we nu niet inhoudelijk over de zaak praten.
De betrokkene:
Waar zijn de stukken van de psychiaters die mij hebben onderzocht? Ik heb gevraagd waar zijn mijn stukken. Waarom gaan we het bij mij […], anders doen? Ik ben psychologisch getest, daar kwam niets uit.
Als slachtoffer blijf ik roepen ’’help mij”. Het is nooit tot een uitspraak gekomen en er komt steeds een andere rechter.
Ik ben getest. Ik krijg een injectie in mijn bil. Mijn moeder zegt dat ik drie dagen niet thuis ben geweest, ik heb in de separeer gezeten. Ze hebben nooit met mijn moeder gesproken. Ik wraak u, rechter, en dan kan u de zaak niet behandelen.
De advocaat:
Ik weet niet wanneer opnieuw een rechter komt. U heeft gewraakt. Ik ga weg, de rechter gaat ook weg en dan kan ik niets meer doen. U heeft uw spullen ingepakt om weg te gaan. Realiseert u zich wat u heeft gezegd. Iedere keer wordt iets anders gezegd.
De rechter:
[Betrokkene], wilt u na alles wat uw advocaat heeft gezegd, mij nog steeds wraken?
De betrokkene:
Ja.
De psychiater:
Kan iemand die wilsonbekwaam is de rechter wraken?
De advocaat:
Ja, dat denk ik wel.
De rechter:
Dat denk ik ook.
Dan schors ik nu de zitting in afwachting van de behandeling van het wrakingsverzoek.”