ECLI:NL:HR:2019:1892

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 december 2019
Publicatiedatum
3 december 2019
Zaaknummer
18/04141
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en terugwijzing van hoger beroep na niet-ontvankelijk verklaring door het Hof

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 december 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen een veroordeling, maar het Hof had de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep omdat het te laat was ingesteld. De verdachte heeft hiertegen cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door zijn advocaat P.H.L.M. Souren. De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht.

De Hoge Raad heeft de klacht van de verdachte gegrond verklaard. Het Hof had de verdachte ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep, en de motivering van dit oordeel was ontoereikend. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat er sprake was van een kennelijke verschrijving in de tijdig ingediende schriftelijke volmacht, waardoor het voor alle betrokken procesdeelnemers duidelijk moest zijn zijn tegen welke zaak de verdachte hoger beroep wenste in te stellen. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor een nieuwe behandeling van het hoger beroep.

Dit arrest benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het indienen van hoger beroep en de noodzaak om eventuele fouten in de processtukken tijdig te corrigeren. De uitspraak biedt ook inzicht in de rol van de Advocaat-Generaal en de Hoge Raad in het waarborgen van een eerlijk proces.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer18/04141
Datum3 december 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 19 juni 2018, nummer 23/001880-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1995,
hierna: de verdachte.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft P.H.L.M. Souren, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw kan worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het middel

2.1
Het middel klaagt dat het Hof de verdachte ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn hoger beroep, althans dat het dit oordeel ontoereikend heeft gemotiveerd.
2.2
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 9 tot en met 11 is het middel terecht voorgesteld.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de bestreden uitspraak;
- wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
3 december 2019.