8.2Ingeval huurder handelt in strijd met bovenstaande bepaling, verbeurt huurder aan verhuurder per kalenderdag dat de overtreding voortduurt een direct opeisbare boete, gelijk aan tweemaal de op dat moment voor huurder geldende huurprijs per dag, onverminderd het recht van verhuurder om nakoming dan wel ontbinding van de huurovereenkomst, alsmede schadevergoeding te vorderen.”
( v) Op 10 september 2009 hebben [eisers 2 en 3] (gezamenlijk handelend onder de naam [naam maatschap]) het gehuurde gekocht van Jobatrust en zijn de rechten en verplichtingen die voor Jobatrust voortvloeiden uit de huurovereenkomst, op [naam maatschap] overgegaan. Ten tijde van de overname werd door Xando onder de naam ‘Xando’ een Apple Premium Reseller winkel (hierna: APR-winkel) geëxploiteerd in het pand.
(vi) Per 30 juni 2012 is de APR-winkel verhuisd naar een andere locatie in Nijmegen. [naam maatschap] heeft Xando Nijmegen in gebreke gesteld wat betreft de exploitatie van het gehuurde. Tevens heeft zij aanspraak gemaakt op een boete op grond van de algemene bepalingen. Na enige tijd heeft Xando een andere winkel, genaamd ‘Xale’, in het pand geëxploiteerd.
(vii) Namens [naam maatschap] is bij brief van 12 februari 2013 aan Xando onder meer het volgende bericht:
“Hoewel Xando B.V. de huur tot en met de maand december 2012 correct heeft betaald, zijn betalingen nadien uitgebleven. Huurder schiet daardoor tekort in zijn verplichting ex art 4.10 van de huurovereenkomst om de uit hoofde van de huurovereenkomst verschuldigde bedragen vóór of op de eerste van de dag van de periode waarop de betaling betrekking heeft, stipt te voldoen.
[naam maatschap] maakt daarom tevens aanspraak op de contractuele boete ex art. 18.2 ab van € 300,00 per kalendermaand, waarbij iedere ingetreden kalendermaand als een volle maand geldt.”
(viii) Bij brief van 12 maart 2013 hebben Xando Nijmegen en Xando aan [naam maatschap] medegedeeld dat zij de exploitatie van Xale in het gehuurde om bedrijfseconomische redenen niet kunnen voortzetten. Tevens hebben zij gemeld dat Xando Nijmegen vanaf 1 maart 2013 niet langer in staat is aan haar betalingsverplichtingen jegens [naam maatschap] te voldoen.
(ix) Na faillietverklaring op eigen aangifte van Xando Nijmegen heeft de curator de huur opgezegd tegen 31 juli 2013.
( x) In het eindverslag van de curator van 17 april 2014 staat onder meer vermeld:
“De curator heeft de situatie met betrekking tot de bedrijfsruimte in Nijmegen onderzocht. De conclusie luidt dat sprake is (geweest) van een vorm van onderhuurconstructie. De onderneming die feitelijk gebruik maakte van de winkelruimte en namens curanda de huur heeft voldaan tot het moment dat zij de exploitatie heeft gestaakt, is door de curator tot betaling van huur aangesproken. (…)
De aangeschreven onderneming heeft bij monde van haar raadsman de vordering gemotiveerd betwist. Gesteld wordt dat geen sprake zou zijn van een onderhuurovereenkomst, maar van een exploitatieovereenkomst in concernverband zodat iedere grond voor betaling zou ontbreken. (…)
Verdere maatregelen zijn niet in het belang van de boedel geoordeeld.
(…)
De oorzaak van het faillissement is gelegen in het staken van de exploitatie van de winkel door Xando BV.
(…)
Paulianeus handelen
(…)
De curator heeft zijn onderzoek afgerond en zal geen verdere actie ondernemen.”
3.2.1[naam maatschap] c.s. vorderen, samengevat en voor zover in cassatie van belang, hoofdelijke veroordeling van [verweerders] tot betaling van € 1.742.112,33. Daartoe hebben [naam maatschap] c.s. aangevoerd dat [verweerders] onrechtmatig jegens hen hebben gehandeld wegens het niet voldoen aan hun contractuele verplichtingen, het staken van de exploitatie en ongeoorloofde onderhuur. [naam maatschap] c.s. hebben hun vorderingen gebaseerd op (i) onrechtmatige daad, in het bijzonder (a) bestuurdersaansprakelijkheid, (b) concernaansprakelijkheid, (c) een inherent risicovolle concernstructuur, en (d) paulianeus handelen, alsmede (ii) misbruik van faillissementsrecht, (iii) een door Xando verstrekte concerngarantie, en (iv) ongerechtvaardigde verrijking.
3.2.2De rechtbank heeft de vorderingen van [naam maatschap] afgewezen.
3.2.3Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. In cassatie is slechts van belang hetgeen het hof heeft overwogen onder het kopje ‘Vorderingen uit hoofde van bestuurders- en concernaansprakelijkheid’:
“5.3.1 Voor zover [naam maatschap] c.s. hun vorderingen baseren op bestuurdersaansprakelijkheid en concernaansprakelijkheid betreffen de feiten die daaraan ten grondslag worden gelegd vrijwel geheel de periode voorafgaand aan 10 september 2009 (de datum waarop [naam maatschap] c.s. verhuurders werden). [naam maatschap] c.s. verwijten [verweerders] immers dat Xando Nijmegen met Jobatrust een huurovereenkomst is aangegaan wetende dat Xando Nijmegen (financieel) afhankelijk was van Xando. Dit terwijl de continuïteit van de onderneming van Xando (aldus [naam maatschap] c.s.) bedreigd werd door het grote risico dat Apple de APR-licentie zou beëindigen. Het onder die omstandigheden Jobatrust laten contracteren met Xando Nijmegen was volgens [naam maatschap] c.s. onrechtmatig. Daarbij is echter niet onrechtmatig gehandeld jegens [naam maatschap] c.s. zelf, terwijl [naam maatschap] c.s. een vordering die Jobatrust mogelijkerwijs uit onrechtmatige daad jegens [verweerders] heeft verkregen niet door cessie heeft verkregen. Op grond daarvan falen de grieven 3 tot en met 17 nu zij niet kunnen leiden tot vernietiging van het bestreden vonnis.
5.3.2Voor zover in de grieven (zie grief 16 onder B) het verwijt besloten ligt dat [verweerders] [naam maatschap] c.s. hadden moeten waarschuwen in verband met het staken van de verkoop van Apple producten en dat zij door het nalaten daarvan onrechtmatig jegens [naam maatschap] hebben gehandeld, geldt het volgende.
5.3.3Van een algemene waarschuwingsplicht van Xando Nijmegen op basis van de contractuele verhouding tussen partijen is geen sprake. Voor de vraag of op Xando Nijmegen anderszins een waarschuwingsverplichting rustte in de hier bedoelde zin is van belang dat de exploitatie van de winkel als zodanig niet is gestaakt, terwijl aanvankelijk ook de huurbetalingen zijn voortgezet. Vanuit het verhuurde pand konden echter geen Apple-producten meer worden verkocht omdat Apple haar contractuele band met Xando Nijmegen beëindigde. Die laatste omstandigheid vormde ook voor Xando Nijmegen een voldongen feit en betrof niet een door haar genomen besluit met als gevolg dat Apple de samenwerking beëindigde. Niet valt daarom in te zien waarvoor Xando Nijmegen [naam maatschap] c.s. had dienen te waarschuwen. Wellicht had het in de rede gelegen dat zij [naam maatschap] c.s. over de genoemde ontwikkeling had geïnformeerd. De enkele schending van een dergelijke informatieverplichting is echter onvoldoende om onrechtmatig handelen door Xando Nijmegen en daarmee van RIS en diens bestuurder c.q. aandeelhouder [verweerder 1] aan te nemen.
5.3.4Daar komt bij dat door [naam maatschap] c.s. niet is betoogd dat het vertrek van Apple als zodanig een ontbinding van de huur zou hebben gerechtvaardigd.
[eisers 2 en 3] wisten bovendien, zo blijkt uit de overgelegde correspondentie, al op 20 juli 2012 dat de verhuizing uit het verhuurde pand zou plaatsvinden. Van schending door Xando Nijmegen van een zorgvuldigheidsnorm en in het verlengde daarvan van [verweerders] is naar het oordeel van het hof geen sprake.”