ECLI:NL:HR:2019:827

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 juni 2019
Publicatiedatum
24 mei 2019
Zaaknummer
17/04407
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over schuldwitwassen en schade door phishing

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 juni 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 6 september 2017. De verdachte, geboren in 1993, was betrokken bij een strafzaak waarin hij beschuldigd werd van schuldwitwassen, zoals bedoeld in artikel 420quater van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had via bankrekeningen van slachtoffers van phishing betaalde auto’s op zijn naam laten zetten. De Hoge Raad diende te beoordelen of de aangevers van de phishing door het handelen van de verdachte 'rechtstreekse schade' hadden geleden in de zin van artikel 361.2.b van het Wetboek van Strafvordering.

De verdediging, vertegenwoordigd door advocaat F.J.E. Hogewind, stelde middelen van cassatie voor, terwijl de benadeelde partij, vertegenwoordigd door advocaat C.J. Nierop, een verweerschrift indiende en ook middelen van cassatie voorstelde. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt concludeerde tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad oordeelde dat de voorgestelde middelen van zowel de verdachte als de benadeelde partij niet tot cassatie konden leiden. Dit werd onderbouwd met de overweging dat de middelen geen rechtsvragen aan de orde stelden die van belang waren voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep, en dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

11 juni 2019
Strafkamer
nr. S 17/04407
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 6 september 2017, nummer 20/002144-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft F.J.E. Hogewind, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Namens de benadeelde partij [benadeelde] heeft C.J. Nierop, advocaat te Amsterdam, een verweerschrift ingediend en bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De advocaat van de benadeelde partij heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2. Beoordeling van het namens de verdachte voorgestelde middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beoordeling van de namens de benadeelde partij voorgestelde middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en M.T. Boerlage, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 juni 2019.