ECLI:NL:HR:2019:970

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 juni 2019
Publicatiedatum
17 juni 2019
Zaaknummer
17/03089
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over openlijke geweldpleging en vordering benadeelde partij

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 juni 2019 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het beroep is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat D. Greven. De zaak betreft openlijke geweldpleging, zoals omschreven in artikel 141, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte was betrokken bij een incident waarbij een vordering van een benadeelde partij aan de orde was. De Hoge Raad heeft het oordeel van het Hof dat de vordering van de benadeelde partij integraal dient te worden toegewezen, beoordeeld. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt had geconcludeerd dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard moest worden, maar de Hoge Raad heeft dit oordeel niet gevolgd.

De Hoge Raad heeft het arrest van het Hof gedeeltelijk vernietigd, specifiek met betrekking tot de strafoplegging en de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij. De zaak is terugverwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma, V. van den Brink, A.L.J. van Strien en J.C.A.M. Claassens, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer17/03089
Datum18 juni 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 15 juni 2017, nummer 21/001426-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994,
hierna: de verdachte.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft D. Greven, advocaat te Borne, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd dat het cassatieberoep met toepassing van art. 80a RO niet-ontvankelijk wordt verklaard.

2.Beoordeling van het middel

2.1
Het middel klaagt over het oordeel van het Hof dat de vordering van de benadeelde partij dient te worden toegewezen.
2.2
Op de gronden die zijn vermeld in het heden uitgesproken arrest in de zaak ECLI:NL:HR:2019:901 is het middel terecht voorgesteld.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging en de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij;
- wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma, V. van den Brink, A.L.J. van Strien en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
18 juni 2019.