Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beoordeling van het derde cassatiemiddel
5.Beslissing
15 september 2020.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 september 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 16 januari 2019. De verdachte, geboren in 1992, was beschuldigd van diefstal van elektriciteit ten behoeve van een hennepkwekerij. De advocaat van de verdachte, V.A. Groeneveld, heeft cassatiemiddelen ingediend. De advocaat-generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen met betrekking tot de beslissingen over de tenlastelegging en de strafoplegging. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat de bewezenverklaring van de diefstal van elektriciteit niet voldoende uit de bewijsvoering kan worden afgeleid. De Hoge Raad heeft daarom de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar het gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling. De Hoge Raad heeft het beroep voor het overige verworpen.