ECLI:NL:HR:2020:1437

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 september 2020
Publicatiedatum
15 september 2020
Zaaknummer
20/01041
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 september 2020 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van belanghebbende, [X] te [Z], tegen een uitspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De uitspraak waartegen cassatie werd ingesteld dateert van 6 maart 2020 en betreft een verzet tegen en een verzoek om herziening van eerdere uitspraken van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van 17 juni 2015. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling gekeken naar de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie, waarbij werd vastgesteld dat er geen wettelijke bepaling is die het mogelijk maakt om in cassatie te gaan tegen uitspraken van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken in deze context. Hierdoor werd het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard.

De Hoge Raad heeft ook de proceskosten beoordeeld en heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak, 18 september 2020, en is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer20/01041
Datum18 september 2020
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] , (hierna: belanghebbende)
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 6maart 2020, nr. RvBAz CUR2014H00006, op het verzet tegen en het verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van 17 juni 2015, nrs. RvBAz 2013/54863, 2013/62184 en 2013/56992.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Ingevolge artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie neemt de Hoge Raad alleen kennis van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de bestuursrechter voor zover dit bij wet is bepaald. Er is geen wettelijke bepaling die beroep in cassatie openstelt tegen een uitspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als deze. Het beroep in cassatie moet daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 18 september 2020.