Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het tweede middel
3.Beoordeling van het eerste middel
4.Beslissing
7 januari 2020.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 januari 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1992, was veroordeeld voor mishandeling en diefstal, en kreeg de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) opgelegd. De verdediging stelde dat de kwalificatie van de verdachte als 'zeer actieve veelpleger' onterecht was, omdat de rechtbank bij de beoordeling van de ISD-maatregel ten onrechte ook gevoegde misdrijffeiten had meegewogen. De Hoge Raad herhaalde echter eerdere overwegingen en oordeelde dat de richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige veelplegers correct was toegepast. De Hoge Raad benadrukte dat de richtlijn als 'recht' moet worden beschouwd en dat de eisen voor de oplegging van de ISD-maatregel strikt moeten worden nageleefd. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, omdat de verdediging een onjuiste lezing van de richtlijn hanteerde. De uitspraak bevestigt dat ook gevoegde misdrijffeiten meetellen bij de beoordeling van de status van de verdachte als veelpleger. De beslissing van het Hof werd daarmee bekrachtigd, en de ISD-maatregel bleef van kracht.