ECLI:NL:HR:2020:617
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- R.J. Koopman
- P.M.F. van Loon
- L.F. van Kalmthout
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting en heffingsrente
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 april 2020 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] te [Z] tegen de Staatssecretaris van Financiën. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 17 oktober 2019, waarin een naheffingsaanslag in de omzetbelasting was opgelegd aan de belanghebbende over de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 januari 2011. Daarnaast ging het om een beschikking inzake heffingsrente en een boetebeschikking die aan de belanghebbende waren opgelegd.
De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het Hof niet kunnen slagen. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen om een advies uit te brengen, maar de Hoge Raad heeft besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 10 april 2020, waarbij de vice-president R.J. Koopman als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, en in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.