2.2Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Het proces-verbaal relaas d.d. 17 september 2015 (pg. 4-21), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Op 8 maart 2015, omstreeks 09.40 uur, kregen surveillance-eenheden van de politie de melding van een aanrijding tussen motorcrossers en BOA’s op de Heikantweg, dan wel Groeningsedijk te Overloon.
Omschrijving plaats delict
Het voorval had plaatsgevonden op een bospad, dat is gelegen in een bosperceel, dat plaatselijk bekend was onder de naam Lactaria. Het gedeelte van het bosgebied waarin het ongeval had plaatsgevonden lag ingeklemd tussen de Rijksweg A73, de Groeningsedijk en de Sambeeksedijk. Het lag buiten de bebouwde kom van Overloon in de gemeente Boxmeer.
Ter plaatse bleek dat een vijftal collega’s van het samenwerkingsverband Samen Sterk in het Buitengebied doende was met een handhavingsactie op het verbod op motorcrossers in dit bosgebied. Daarbij werd aan motorcrossers een tweetal stoptekens gegeven, waarbij een aanrijding was ontstaan met een van de motorrijders. Ter plaatse werden drie motorcrossers aangetroffen, waarvan er een gewond was. De gewonde motorcrosser bleek later [medeverdachte 2] te zijn.
De twee niet gewonde motorcrossers legitimeerden zich als:
[medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum] -1981 te [geboorteplaats] , en [verdachte] , geboren op [geboortedatum] -1989 te [geboorteplaats] .
(pg. 5-6)
Uit de door betrokken handhavers afgelegde verklaringen blijkt dat men de handhavingsactie volgens een bepaalde werkwijze hanteerde. (...) Dat houdt in dat ze een bospad uitzoeken, dat aan beide zijde afgeschermd wordt door begroeiing dusdanig dat de ontsnappingskans minimaal is.
De plaats delict betreft een bospad dat regelmatig gebruikt wordt door motorcrossers. Het desbetreffende bosgebied is opengesteld voor wandelaars en fietsers en is verboden voor motorvoertuigen, bromfietsen en paarden.
Dit wordt kenbaar gemaakt middels het landelijk groene openstellingsbord in eigendom van de gemeente Boxmeer. Indien dit bosgebied wel wordt betreden door motorrijtuigen, bromfietsen of paarden is dit een overtreding van artikel 461 van het Wetboek van Strafrecht.
2. Het proces-verbaal aanrijdroute BHV nummer 2015051657 d.d. 16 juni 2015 (pg. 93-105), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
(pg. 96)
Het incident had plaatsgevonden in een bosperceel dat was gelegen tussen de Groeningsedijk en de Sambeeksedijk, gelegen buiten de bebouwde kom van Overloon in de gemeente Boxmeer.
(pg. 104)
Uit onderzoek was gebleken dat er, duidelijk zichtbaar, diverse borden waren geplaatst aan de rand van het bosgebied. De tekst op deze borden luidde onder andere: dat het bosgebied was opengesteld en dat:
Het niet is toegestaan met uw motorvoertuig het bos in te gaan
en
De toegang is verboden met motorrijtuig volgens artikel 461 van het Wetboek van Strafrecht.
3. Het proces-verbaal van verhoor d.d. 17 maart 2015 (pg. 230-236), voor zover inhoudende als weergave van het verhoor van [medeverdachte 2] :
V = vraag
A = antwoord
A: Ik geef aan jullie een schriftelijke verklaring zoals ik die zelf heb opgesteld. Dat is mijn visie op het hele gebeuren.
V: Je reed door de bossen van Overloon. (...) Wie waren er nog meer bij?
A: [verdachte] en [medeverdachte 1] . (...) [verdachte] reed voorop, ik reed als tweede en [medeverdachte 1] als laatste.
V: Hoe was je zicht onderweg?
A: Als in een tunnel, je rijdt op een recht zandpad, het gaat behoorlijk hard dus je kijkt alleen voor je op het pad.
V: Hoe hard reden jullie ten tijde van het voorval?
A: Ik schat ongeveer 80 kilometer per uur. In de bossen kijk je vooruit en kijk je dus niet op je snelheidsmeter. Op een lang recht stuk gaat het gas open.
Schriftelijke verklaring [medeverdachte 2] (pg. 235-236):
Op 8 maart 2015 rond 9.00 uur zijn [verdachte] , [medeverdachte 1] en ik met de motor off-road gaan rijden. [verdachte] reed voorop. Ik reed achter hem. Achter mij reed [medeverdachte 1]. Omstreeks 9.40 uur reed [verdachte] een bospad in. Na een paar bochten reden we een dichtbegroeid pad in. Dat pad was ongeveer 2 à 2,5 meter breed.
4. Het proces-verbaal van verhoor d.d. 11 maart 2015 (pg. 256-263), voor zover inhoudende als weergave van het verhoor van [medeverdachte 1] :
(pg. 257)
V: Je reed door de bossen in Overloon. (...) Wie waren er nog meer bij?
A: Dat waren [medeverdachte 2] en [verdachte].
V: Wat waren jullie onderlinge posities?
A: [verdachte] reed voorop, daarachter kwam [medeverdachte 2] en ik reed achteraan.
V: Hoe hard reden jullie ten tijde van het voorval?
A: Als ik moet gokken dan denk ik 70 plus. Voor mijn gevoel hadden we er een redelijke vaart in zitten. Ik heb wel een kilometerteller, maar die klopt niet. Ik heb hier ook niet op gekeken.
V: Was de weg overzichtelijk, kon je zijwegen of bospaden van links en rechts goed zien aankomen?
A: Nee, het was dichtbegroeid en dus ook niet erg overzichtelijk.
5. Het proces-verbaal van de terechtzitting van de rechtbank Oost-Brabant d.d. 1 september 2016, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
Door de laagstaande zon was het zicht niet optimaal. Ik reed voor mijn gevoel 60 tot 80 km/u.
6. De verklaring van verdachte ter terechtzitting van dit hof op 1 november 2017, voor zover inhoudende:
Het klopt dat ik op 8 maart 2015 te Overloon, gemeente Boxmeer, heb gereden met een motor op een bospad gelegen in een bosperceel dat plaatselijk bekend staat onder de naam Lactaria. Ik reed daar samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Ik reed ongeveer 60 km per uur. We reden in formatie achter elkaar. Ik reed voorop aan de linkerkant. Het bospad werd gebruikt door wandelaars, fietsers en ruiters. Het zicht was door de laagstaande zon niet optimaal.”