Uitspraak
wonende te [woonplaats],
gevestigd te Amsterdam,
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het verzoek tot verstekverlening
3.Beslissing
24 april 2020.
Hoge Raad
In deze zaak heeft eiser cassatieberoep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft de nietigheid van een exploot van oproeping dat aan een onjuist adres is betekend. Eiser heeft op 23 december 2019 cassatie ingesteld tegen het arrest van 29 oktober 2019, waarbij de woningstichting Eigen Haard als verweerder optreedt. Eiser heeft het oproepingsbericht en de procesinleiding op 2 januari 2020 aan Eigen Haard betekend. Echter, het exploot is betekend aan een verkeerd adres, wat heeft geleid tot de vraag of verstek kan worden verleend tegen de verweerders onder 2, die niet zijn verschenen.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het exploot niet aan het juiste adres is betekend, aangezien het adres in de procesinleiding verschilde van het adres waar het exploot is betekend. De deurwaarder heeft bevestigd dat het adres waarschijnlijk abusievelijk niet correct is opgenomen. Gezien deze omstandigheden heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het exploot nietig is, omdat het aannemelijk is dat de verweerders onder 2 het exploot niet hebben bereikt. Hierdoor is het gevraagde verstek tegen deze verweerders geweigerd.
De Hoge Raad heeft in zijn beslissing het exploot van betekening van het oproepingsbericht ten aanzien van verweerders onder 2 nietig verklaard en vastgesteld dat de instantie ten aanzien van deze verweerders is geëindigd. De zaak staat op de rol voor schriftelijke toelichting in het geding tussen eiser en Eigen Haard op 8 mei 2020.