ECLI:NL:HR:2020:816
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- R.J. Koopman
- P.M.F. van Loon
- L.F. van Kalmthout
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot herziening van belastingaanslag en heffingsrente
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 mei 2020 uitspraak gedaan over een verzoek tot herziening van een eerder arrest. Het verzoek was ingediend door [X] te [Z], hierna aangeduid als belanghebbende, tegen de Staatssecretaris van Financiën. Het verzoek tot herziening betrof een eerder arrest van de Hoge Raad van 19 juli 2019, waarin de aan belanghebbende voor het jaar 2011 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente aan de orde was. De Hoge Raad heeft het verzoek tot herziening beoordeeld en de procureur-generaal bij de Hoge Raad kreeg de gelegenheid om een advies uit te brengen. Na beoordeling kwam de Hoge Raad tot de conclusie dat het verzoek tot herziening duidelijk niet kon slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het verzoek zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De uitspraak is gedaan door vice-president R.J. Koopman als voorzitter, samen met de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, en is openbaar uitgesproken op 1 mei 2020.